Esther: ‘Ik wil geen kinderen en daar heb ik vrede mee. Nu anderen nog’
“Als ik me op een feestje of op mijn werk voorstel aan nieuwe mensen, komt vroeg of laat altijd dé vraag: ‘Heb je kinderen?’ ‘Nee‘, antwoord ik dan. En ik zie de ander de ogen dan al snel neerslaan: oeps, wat zielig voor haar. Of, wat ook weleens gebeurd is: ‘O joh, wat naar voor je.’
“Kinderen? Nee, dank je!”
Blijkbaar gaan veel mensen er vanuit dat iedereen kinderen wil. En dat ik zielig ben omdat het bij mij nog niet gelukt is om wat voor reden dan ook. Iemand heeft zelfs weleens gevraagd of het niet wilde lukken, en kwam toen met een heel verhaal over hoe het bij hen met IVF wél is gelukt.
Nooit gewild
Ik irriteer me dan niet alleen aan de ongepaste nieuwsgierigheid, maar ook aan de vanzelfsprekendheid die eruit spreekt. Het is gewoon niet zo dat iedereen kinderen wil. Ik zit er in elk geval niet op te wachten en ik heb ze ook nooit gewild.
Niet omdat ik kinderen vervelend vind, hoor, ik vind de kinderen van mijn beste vrienden echt leuk. Maar wel omdat ik het opvoeden van een kind een te zware taak vind. Ik heb het aan mijn eigen ouders te danken dat ik bang ben dat ik daar niet geschikt voor ben.
Aan de drank
Ik heb zelf gezien en ervaren hoeveel er mis kan gaan in de opvoeding. Mijn ouders hadden nooit kinderen mogen krijgen, denk ik weleens. Ze hebben ons – mij en mijn vier broers en zussen – structureel verwaarloosd en mishandeld.
Mijn moeder was aan de drank. Ik zag haar zelden ladderzat, maar zij leefde altijd in een roes. Ze kwam wazig en afwezig over, ze hoorde nooit echt wat we zeiden en vaak zat ze maar wat voor zich uit te staren. Het duurde lang voordat ik doorhad dat dit door de drank kwam.
https://www.famme.nl/natascha-45-is-ongewenst-kinderloos-ik-geloof-heel-erg-in-liefdesbabys/
Troost zoeken
Ze was vaak weg en als ze thuis was, hadden we eigenlijk niets aan haar. De liefde en aandacht die we nodig hadden als kinderen, kregen we niet van haar.
Als we verdrietig waren, konden we hooguit troost zoeken bij elkaar. Of we huilden onszelf stilletjes in slaap ‘s avonds. Van haar hoefden we echt niets te verwachten. Ik heb niets aan haar gehad en niets van haar geleerd.
Agressief
Mijn vader was vaak agressief. Als hij thuis was, kwam er vroeg of laat altijd wel een moment waarop hij uithaalde naar een van ons. Als het niet lukte met mijn huiswerk, werd hij boos omdat ik dat niet alleen kon. Als ik mijn eten niet op kreeg, werd hij boos omdat hij ‘voor dat eten had gewerkt’.
Als we een keer durfden te zeggen wat we ergens van vonden, waren we in zijn ogen brutaal. Niet dat wij echt brutaal durfden te zijn, maar in zijn ogen was het al snel verkeerd wat wij zeiden. En wij wisten natuurlijk wel welke dingen we écht niet moesten doen of zeggen, maar hij was ook onvoorspelbaar. Ook al deed je nog zo je best, het kon zomaar misgaan.
Beter doen
Van mijn ouders heb ik dus absoluut het verkeerde voorbeeld gehad. Het is niet zo dat ik bang ben dat ik het op dezelfde manier zou aanpakken als zij. ‘Jij kunt het toch veel beter doen dan je ouders?’ vragen vrienden ook weleens aan mij.
En dat klopt. Ik denk dat ik enorm mijn best zou doen om mijn kinderen wél een veilige jeugd te geven. Maar de emotionele verwaarlozing, de mishandelingen, het verbale geweld – dat heeft allemaal sporen nagelaten bij mij. Ik heb weinig zelfvertrouwen en ben onzeker over alles wat ik doe. Ik kan me niet voorstellen dat ik anderen iets te bieden heb, laat staan mijn eventuele kinderen.
Geen risico
Bovendien neem ik het risico liever niet dat mijn kinderen ook weer gekwetst zouden kunnen worden door mij of door iemand anders. Want laten we wel wezen: ook al zou ik nóg zo mijn best doen, kinderen krijgen vroeg of laat te maken met problemen. Iedereen krijgt in zijn leven een keer te maken met problemen. En ik wil geen kinderen op de wereld zetten in de wetenschap dat ze het hoe dan ook een keer zwaar krijgen.
Sommige mensen denken dat ik dit een moeilijke beslissing vond, maar dat is niet zo. Ik heb er vrede mee. En ik vind het ook fijn om mijn handen vrij te hebben. Ik vind het al moeilijk genoeg om met mezelf te dealen, dus het is al heel wat als ik het leven kan leiden dat ik wil. Dat lukt me nog lang niet altijd, maar wel elke dag een stukje beter. Kinderen passen gewoon niet in mijn hoofd en in mijn leven.”