Een onveilige klas! Wat doe je eraan?
De klas hoort een plek te zijn waar je kind zich veilig voelt. Maar soms zitten kinderen elkaar voortdurend dwars en is de sfeer vervelend. Een onveilige klas. Wat kun je doen als ouder?
Als je kind zich onveilig voelt in de klas
Rotklassen. Trainer en kindertherapeut Ida Stamhuis van trainingsbureau Ziezo komt ze regelmatig tegen. Maar het woord rotklas komt niet over haar lippen. Liever spreekt ze over een onveilige klas. ‘In zo’n klas is iedereen ongelukkig. Kinderen die gepest worden net zo goed als kinderen die pesten. Iedereen houdt elkaar voortdurend in de gaten. Zelfs de leerkracht voelt zich vaak onveilig.’
10x tips om je kind met ADHD (en de leerkracht) te helpen op school
Een onveilige klas ontstaat niet van de ene op de andere dag en er is zelden één oorzaak aan te wijzen, zegt Stamhuis. ‘Ouders zijn geneigd naar die ene pestkop te wijzen. Of naar de leerkracht, die de klas niet aan kan. Meestal is het een combinatie van factoren: één of meer kinderen met moeilijk gedrag, leerkrachten die geen duidelijke grenzen stellen, personeelswisselingen, moeizame samenwerking in het team.’
Vaak suddert het jaren door, voordat de school ingrijpt. ‘Veel leerkrachten weten dat er iets niet klopt, maar ze vinden het moeilijk hulp te vragen,’ zegt Stamhuis. ‘Ze zien het als een afgang dat ze hun klas niet in de hand hebben.’
Ook de houding van ouders speelt een rol. ‘Als de school niet ingrijpt, gaan ouders afgeven op school, op de leerkracht of op kinderen die de sfeer zouden verpesten. Heel begrijpelijk. Maar geklaag en wantrouwen maakt de sfeer in de klas er niet beter op. Kinderen voelen dat haarfijn aan en gaan zich ernaar gedragen.’ Zo kan een klas in een spiraal van negatief gedrag belanden.
Popiejopies
Als Stamhuis te hulp wordt geroepen, begint ze met observeren. ‘In iedere klas heb je popiejopies. Dat zijn handige kinderen met leiderschapskwaliteiten. Als de sfeer onveilig is, schieten ze door en gaan ze pesten om hun plek zeker te stellen. De middengroep doet mee, uit angst gewipt te worden. Alle kinderen zijn constant hun plek aan het bevechten.’ En de leerkracht? ‘Sommige leerkrachten zijn bang om in te grijpen. Anderen proberen vervelend gedrag de kop in te drukken, door de pestkoppen aan te pakken of van alles te verbieden. Maar als de sfeer al een tijd goed is verziekt, werkt dat niet.’
Mariët ten Berge, directeur van de Amsterdamse Daltonbasisschool De Horizon, schakelde Stamhuis in bij groep 7, een klas die al jaren als moeilijk te boek stond. ‘Met deze klas is werkelijk niets te beginnen,’ zei de leerkracht aan het begin van het schooljaar. Ten Berge: ‘Dat was een topjuf, maar zelfs zij kreeg de kinderen niet op het goede spoor. Je bent geneigd je op de moeilijke kinderen te richten. Maar in deze klas was meer aan de hand. Het hele systeem moest worden aangepakt.’
De popie-jopie, de pestkop of de slome slak: welk gedrag vertoont jouw kind in de klas?
Dat gebeurde door gezamenlijk met ouders en leerkracht een plan te maken. ‘Zonder medewerking van ouders begin je niets,’ zegt Ten Berge. ‘Dat vraagt veel van hen. Ze moeten hun gekwetste gevoelens opzij kunnen zetten.’ De eerste bijeenkomst was heftig. ‘Toen de ouders merkten dat we de problemen serieus wilden aanpakken, veranderde de stemming.’ Stamhuis: ‘De rol van ouders is cruciaal. Ze moeten vertrouwen in hun kind uitspreken: “Jij kunt ook ander gedrag laten zien en ik ga je daarbij helpen.” Denk niet: mijn kind zit in de middengroep, die redt zich wel. Ook meelopers moeten voelen dat hun ouders achter hen staan. Ze moeten leren hun eigen positie te kiezen, zonder angst dat het ten koste gaat van hun plaats in de groep.’
Oefenen met complimentjes
De kinderen van De Horizon leerden spelenderwijs weer met elkaar samenwerken. Ze leerden hun eigen kwaliteiten kennen en oefenden hoe je elkaar complimentjes kunt geven. Ook werkten ze gezamenlijk aan een kunstproject. Stamhuis: ‘De boodschap was: niet iedereen hoeft je vriend te zijn, maar je kunt wel met iedereen samenwerken.’ Sommige kinderen kregen individuele training om hun weerbaarheid te vergroten. En de leerkracht kreeg coaching om weer een veilige, positieve sfeer te laten ontstaan. Ten Berge: ‘Ik heb geleerd dat ook een prima leerkracht soms wordt meegesleept door de negatieve dynamiek in een groep.’
‘Wat is het rustig in de klas,’ zegt de leerkracht de laatste tijd. ‘We kunnen weer leren,’ zeggen de kinderen. ‘Als we een grap maken, loopt het niet gelijk uit de hand.’ Ten Berge: ‘Je ziet ze opbloeien. Vergis je niet: zo’n lastige klas heeft heel veel negativiteit over zich heen gehad.’
Als de school niet ingrijpt
Wat kun je doen als je kind in een rotklas zit, maar de school weigert in te grijpen? Ouders die al van alles hebben geprobeerd, overwegen soms hun kind van school te halen. ‘Als het al heel lang speelt en je kind kan geen kant op, kan dat verstandig zijn,’ zegt Stamhuis. ‘Maar realiseer je dat je kind zijn kwetsbaarheid meeneemt naar een andere klas.’ Ze raadt ouders aan eerst te overleggen met andere ouders. ‘Stap gezamenlijk naar school. Niet om te klagen, maar om een oplossing te bedenken. Betrek ook de ouders van kinderen die pesten erbij, op een positieve manier.’
Pesten is ook een teken van onveilig voelen
Dat laatste gebeurt weinig. ‘Ouders vergeten vaak dat ouders van kinderen die pesten, zich ook zorgen maken om hun kind.’ Wendy Kraale kan het beamen. Op een dag kreeg ze een telefoontje van school. De klasgenoten van haar dochter Tessa (8) zouden zich bedreigd voelen omdat Tessa hen pestte. Ook was ze brutaal tegen de meester. ‘Ik was geschokt. Om wat ik hoorde over Tessa, maar ook omdat andere ouders met een soort campagne bezig waren. Ze hadden al van alles bedacht, terwijl ik van niets wist.’ Kraale probeerde niet in de verdediging te schieten. Ze ging in gesprek met de leerkracht, de directie en andere ouders. ‘Tessa heeft een moeilijke tijd achter de rug. Ik ben gescheiden en ze is een paar keer verhuisd. Haar nieuwe klas is onrustig. Nadat een van de leerkrachten ziek werd, stonden er steeds invallers voor de klas. De nieuwe vaste meester biedt weinig structuur. “Hij heeft de pik op mij,” zegt Tessa. Ze is een lief en sociaal kind, maar als ze zich onveilig voelt, gaat ze de baas spelen,’ vertelt haar moeder.
‘Een kind pest niet omdat het een slechterik is, maar omdat pesten zijn of haar manier van overleven is,’ zegt Stamhuis. ‘Kinderen die pesten en kinderen die gepest worden, hebben één ding gemeen: weinig zelfvertrouwen. De een trekt zich terug in onveilige situaties, de ander slaat wild om zich heen.’
Dader en slachtoffer
Het is belangrijk dat ouders de gevoelens van hun kind erkennen. Stamhuis: ‘Probeer je kind niet te veroordelen, maar zie het ook niet als slachtoffer. Zeg niet: “Wat heb je nu weer uitgevreten?” Of: “Hebben ze je alweer te grazen genomen?” Maar liever: “Ik kan me voorstellen dat je boos of verdrietig bent.” Ouders moeten ook niet direct met oplossingen komen. Stamhuis: ‘Als je ze zelf oplossingen laat bedenken, versterk je hun gevoel van eigenwaarde.’
Tessa volgt nu een training bij Ziezo. Kraale: ‘Ze voelt zich gehoord en serieus genomen. Ze heeft minder last van de onrust in de klas, nu ze zich beter kan uiten.’ Toch vindt Kraale het jammer dat de school weinig doet om de sfeer in de klas te verbeteren. ‘Eigenlijk heb je een neutrale buitenstaander nodig, die op een rijtje zet wat er aan de hand is en met iedereen in gesprek gaat. Want er zijn veel meer kinderen die onprettig gedrag vertonen. Het steekt me ook dat de kinderen zo weinig complimentjes krijgen als ze hun best doen om zich beter te gedragen.’
De namen van Wendy Kraale en haar dochter zijn op haar verzoek gefingeerd.