Druk gedrag? Anders eten helpt
Suiker, kleur- en zoetstoffen; daar slaat een kind met ADHD toch extra van op tilt? Helemaal niet, blijkt uit onderzoek. Het gaat juist vaak om ‘gewone’ dingen als tomaat, appel, kip of rundvlees. Na een aangepast dieet nam bij liefst 60 procent van de kinderen het drukke gedrag af.
'Het waren vijf zware weken. Maar daarna gedroeg Wout zich echt anders,' zegt zijn moeder Elke Verlaenen. 'Dat drukke en schreeuwerige was er vanaf. We weten nu waar het aan ligt. Vanille, appel en kip. Hij zegt zelf dat hij na het eten van die dingen een beetje gek wordt in zijn hoofd.'
Het klinkt als een mirakel. Zet ADHD-kinderen op een streng dieet en hun probleemgedrag verdwijnt. Toch lijken de onderzoeksresultaten van het ADHD Research Centrum in Eindhoven consequent deze kant op te wijzen. 'Ik kon het in eerste instantie ook niet geloven, dat voeding ADHD zou kunnen veroorzaken,' zegt directeur Lidy Pelsser. 'Daarom begon ik dit onderzoek tien jaar geleden. Ik wilde de resultaten van de Britse onderzoeker Taylor herhalen. Hij kwam in de jaren negentig met deze opzienbarende bevinding naar buiten. Dat kan niet waar zijn, dacht ik toen. Maar nu kom ik tot eenzelfde conclusie: eerst na een verkennende studie, en daarna in twee grotere studies.' De resultaten van de laatste – de zogenoemde INCA-studie waaraan honderd kinderen meededen – heeft ze net aangeboden aan een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift. 'Ik vind telkens hetzelfde percentage kinderen dat baat heeft bij het dieet: zo'n 60 procent.'
Dus ADHD is deels een voedingsprobleem? 'Ja, dat denken wij wel,' aldus Pelsser, die haar onderzoek samen doet met hoogleraar celbiologie en immunologie Huub Savelkoul van de Wageningen Universiteit en Jan Buitelaar, hoogleraar psychiatrie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. 'Je kunt ADHD goed vergelijken met astma of hooikoorts. Mensen die hieraan lijden, zijn overgevoelig voor bepaalde stoffen in hun omgeving. Als zij die stoffen vermijden, functioneren ze normaal. Zo is het ook bij een deel van de kinderen met ADHD, vermoeden wij. Niet hun longen, maar hun hersenen zijn overgevoelig voor stoffen uit de omgeving.'
Druk gedrag wordt meestal in verband gebracht met suiker, kleurstoffen- of kunstmatige zoetstoffen. Maar daar hebben de ADHD-kinderen geen last van. Ze reageren juist op heel gewone voedingsmiddelen zoals tomaat, rundvlees, kaas. Of, zoals bij Wout: kip, appel en vanille. Het zijn er meestal een stuk of vijf per kind. Pelsser: 'Het zit bijzonder ingewikkeld in elkaar. Ouders moeten dan ook niet zelf gaan experimenteren. Dat kan tot een tekort aan voedingsstoffen leiden.'
Een kind dat zich meldt bij het ADHD Research Centrum, moet zich vijf weken houden aan het zogenoemde eliminatiedieet. Het mag slechts een beperkt aantal voedingsmiddelen eten zoals kalkoen, lamsvlees, rijst, honing, brood en diverse groente- en fruitsoorten zoals bloemkool en banaan. Deze voedingsmiddelen geven weinig overgevoeligheidsreacties, zo is de ervaring van onderzoekers. Als het kind na deze vijf weken ander gedrag vertoont – minder druk, minder opstandig, betere concentratie – dan doorloopt het een vervolgtraject. Daarbij testen de onderzoekers op welke voedingsmiddelen het reageert. Ze voegen telkens nieuwe producten aan het dieet toe, zoals zuivel, noten en rundvlees. Al die tijd houden de ouders een dagboek bij waarin ze het gedrag van hun kind registreren.
Ook pubers kunnen meedoen, hoewel het voor hen lastiger is om het dieet vol te houden omdat het zo'n groot effect heeft op hun sociale leven. Middelbare scholieren duiken immers regelmatig met z'n allen de supermarkt of de snackbar in; het is moeilijk om nooit mee te kunnen doen. En als ouder heb je bij een puber sowieso veel minder grip en zicht op wat er naar binnen gaat.
'Het is geen gemakkelijk traject,' aldus de moeder van Wout. 'Wij zijn inmiddels anderhalf jaar verder en nog niet helemaal klaar. Voor Wout waren de eerste maanden erg belastend. Hij vond het niet leuk om thuis, op school en op feestjes altijd de uitzondering te zijn. Maar hij wilde zelf doorgaan.'
De eerste weken van het onderzoek vroeg ze zich ook vaak af of ze wel objectief genoeg was. 'Is hij nou werkelijk rustiger geworden of verbeeld ik me dat? Ik ben zelf psycholoog en weet wat onderzoek met proefpersonen kan doen.' Mijn onzekerheid verdween toen er na vijf weken iets aan het dieet werd toegevoegd waarop hij reageerde. Het effect was overduidelijk, vooral toen we de dosis moesten opvoeren.'
Dieetonderzoek doen is lastig. Een dubbelblinde studie – waarbij de proefpersonen niet weten of ze andere voeding krijgen – is bijna onmogelijk. Er bestaat namelijk geen nepdieet. Dieetonderzoekers weten daarom nooit zeker of een verandering komt door het dieet zelf of door iets anders. De extra aandacht die ouders, vrienden, leerkrachten aan de kinderen met een eliminatiedieet geven, kan hun gedrag bijvoorbeeld behoorlijk beïnvloeden. Maar Pelsser acht de kans hierop klein in haar onderzoek. 'Met mijn onderzoeksopzet, die het wetenschappelijk tijdschrift The Lancet heeft goedgekeurd, heb ik die mogelijkheid proberen te minimaliseren.'
Zij vergelijkt een groep ADHD-kinderen met een eliminatiedieet met een groep ADHD-kinderen zonder dieet. De ouders van beide groepen houden een dagboek bij. Een kinderarts beoordeelt het dagboek, zonder dat hij weet uit welke groep het dagboek komt. 'Mijn opzet garandeert een grote mate van objectiviteit,' aldus Pelsser. En: 'Als extra aandacht de oorzaak was, zouden de kinderen niet terugvallen in hun oude gedrag na het eten van een voedingsmiddel waar ze niet tegen kunnen. De aandacht blijft hetzelfde.'
Dit is de best mogelijke onderzoeksopzet, beaamt immunoloog Savelkoul van de Universiteit Wageningen. 'Een hele commissie heeft zich hierover gebogen. Maar het kan nog altijd dat we iets over het hoofd zien. Het zou goed zijn als andere onderzoekers deze studie proberen te herhalen.'
Het is ook onduidelijk welk werkingsmechanisme achter de overgevoeligheid voor voeding steekt. Een breed scala aan stoffen doet iets met de hersenen van ADHD-kinderen, maar wát dan? Savelkoul denkt dat de overgevoeligheid te maken heeft met slecht werkende darmenzymen. Ze breken bepaalde eiwitten uit de voeding onvoldoende af. Deze brokstukken worden opgenomen in de bloedbaan en kunnen functies van hersencellen blokkeren. Savelkoul: 'Bij een deel van de kinderen met autisme speelt dit mechanisme een rol, misschien ook wel bij ADHD-kinderen.'
Die eiwitbrokstukken kunnen ook leiden tot allergische reacties. 'Veel kinderen met voedselallergie hebben gedragsproblemen en veel kinderen met gedragsproblemen zijn allergisch. Er lijkt een verband te zijn tussen die twee,' aldus Savelkoul.
Opvallend is ook dat de onderzochte kinderen na het eliminatiedieet minder lichamelijke klachten rapporteren. Ze hebben minder hoofd- en buikpijn, zweten minder en slapen beter dan de ADHD-kinderen die geen dieet kregen.
De relatie tussen voeding en ADHD is nog lang niet opgehelderd. Maar Pelsser heeft het gevoel na tien jaar onderzoek dichter bij de kern te komen. 'Mijn studie stuit op veel scepsis binnen de kinderpsychiatrie en geneeskunde. Het is buitengewoon lastig om financiering te krijgen. Niemand durft aan te nemen dat voeding iets te maken heeft met ADHD. Ik hoop dat de publicatie van de INCA-studie de sceptici nu zal overtuigen.'
De moeder van Wout hoeft niet meer te worden overtuigd. 'Zolang Wout geen kip, vanille en appel eet, is hij een rustige jongen. Hij heeft geen ritalin nodig.'