Docu Puinhoop over een moeder met borderline: ‘Maak je een film over iemand die langzaam gek wordt?’
Je hebt het contact met je moeder, die borderline heeft, twintig jaar lang tot een minimum beperkt en dan gaat de telefoon… Buren klagen, haar huis is totaal verwaarloosd en er is dringend professionele hulp nodig. Dat kun je zien in Puinhoop, een KRO-NCRV-documentaire vol dilemma’s. Laat je je moeder op je kindje passen bijvoorbeeld?
Allard Detiger is filmmaker én kind van een moeder met borderline. Hij kreeg het bewuste telefoontje en besloot meteen de camera mee te nemen. Je weet maar nooit. Iemand met borderline heeft een persoonlijkheidsstoornis, is zeer instabiel en onvoorspelbaar (ook voor zichzelf). In het geval van Detigers moeder zou je kunnen zeggen ‘dat er geen land mee te bezeilen is’. Collega Erik Jonk van Metro bekeek Puinhoop alvast voor Blik op de Buis. In deze tv-rubriek bespreekt Jonk nieuwe en opvallende programma’s van reguliere tv-omroepen en streamingdiensten.
Camera tien jaar lang op moeder met borderline
“Iemand met borderline is natuurlijk documentaire-waardig. Zeker als je, zoals in het geval van Allard Detiger, de camera tien jaar lang op een persoon met borderline richt. Knap dat hij dat aandurfde met zijn eigen moeder. Eerder behandelde de filmmaker totáál andere onderwerpen. In Het Andere Geluid van Volendam ging het over de broers Frank en Paul Bond, die hun muziekcarrières ver weg van Jan Smit, Nick & Simon en de 3J’s hadden. En wat te denken van Verweven Wereld? In die docu gaat het over een kunstenares die werkt met wol en vilt. Tijd, rust en aandacht voor de natuur vormen daarin de hoofdmoot.
Tijd en rust is wat er ontbreekt in Detigers leven sinds het voor hem gedenkwaardige telefoontje. Hij had zijn moeder met haar borderline kunnen laten barsten, maar besluit anders: een deel van de verantwoordelijkheid van de zorg voor zijn ma neemt hij op zich. Het heeft, kun je vanavond zien, nogal wat voeten in aarde.
Ruzies en jeugdtrauma’s
Wat interessant (en schrijnend) is aan de keuze die leidde tot Puinhoop: deze zoon raakt tijdens het filmen steeds meer verstrikt in ruzies en trauma’s uit zijn jeugd. Door het filmen creëerde Detiger puur een schild tussen hem en zijn moeder. Of was hij misschien wel bewijsmaterialen ‘voor wat dan ook’ aan het vastleggen? Hij wist het eigenlijk zelf niet meer. „Mijn moeder is een psychiatrisch patiënt, maar ook een mens met gevoelens”, zei hij toen Puinhoop klaar was. „Het heeft mij veel moeite gekost om met mededogen naar haar te kunnen kijken. Maar ik realiseer mij dat er veel mensen zijn als mijn moeder. Veel ouder-kind relaties worden bemoeilijkt door de effecten van borderline.”
Puinhoop met een dubbele betekenis
Puinhoop heeft twee betekenissen. De letterlijke puinhoop in het huis van Detigers moeder (waarover hij zegt: „Dat was eigenlijk altijd al zo”). Maar het betekent symbolisch ook een uitweg voor de puinhoop in zijn leven en dus persoonlijke ontwikkeling. Hij hoopt dat sommige kijkers van zijn docu zich daarin herkennen en er iets aan hebben. Mogelijk herkennen kijkers ook de dilemma’s. De boderline-moeder is maar wat lief met Detigers dochter, maar laat je haar ook op haar oppassen? Hoe dat verder verliep, vertellen we op deze plaats natuurlijk niet.
Die puinhoop was als kind nogal wat. Als jochie smeet Detiger na school zijn tas altijd in de gang om meteen weer naar buiten te rennen naar z’n vriendjes. Hij ging dan max honderd meter de straat in, omdat hij niet verder mocht en zijn borderline-moeder hem letterlijk naar binnen kon schreeuwen. Een jeugdvriend vertelt dat kleine Allard altijd moest presteren. „Als jij een 7 of een 8 haalde, waarom dan geen 9?” Zijn moeder was slechts blij met goede prestaties, die hij als tennistalent wel met vele bekers op de tennisbaan behaalde.
Borderline-moeder terroriseert
Echt schrijnend is het ‘nu’. We zien Detigers moeder vooral tijdens haar gedwongen opname. Ze tiert dat ze de hele dag gek wordt van de stofzuiger op de gang en al die oude wijven om haar heen. In talloze voicemails klaagt ze dat zij blind wordt en aan haar lot wordt overgelaten. „Jullie hebben me naar de knoppen geholpen.” De borderline-patiënt terroriseert haar afdeling, onder meer met geschreeuw in de nacht en het smijten met servies naar personeel. Allard noemt ze ‘een vuile meeloper’ met de mensen die voor haar moeten zorgen en daar in haar ogen in falen.
Later zegt ze meer realistisch: „Ben je een film aan het maken over iemand die langzaam gek wordt?” Allard: „Of een film over iemand die beter wordt.” Het is zowaar nog even vertederend, net als het einde van Puinhoop trouwens. Maar poeh, de rest is heftig. Als Detiger als eerste aanspreekpunt die taak voor acht weken overdraagt aan zijn in Amerika woonachtige oudere broer (die vluchtte letterlijk voor zijn moeder), spreekt hij van ‘acht gelukkige weken’. En al helemaal als je zijn moeder door de telefoon hoort tieren dat Allard het allerslechtste is dat haar is overkomen. „Iedereen zegt: doet die zoon dan niets?”
Misschien is Puinhoop wat langdradig (bijna anderhalf uur). Maar knap en interessant dat deze filmmaker het persoonlijke borderline-verhaal durft te delen.”