9 dingen die je kind zelf zou moeten kunnen voordat hij naar de middelbare school gaat
Hoe ouder kinderen worden, hoe zelfstandiger ze moeten zijn. Als ouder probeer je je kind dan ook zoveel mogelijk bij te brengen, zodat hij opgroeit tot een zelfstandige (jong)volwassene. Maar wat zou je kind onder de knie moeten hebben als hij de leeftijd heeft van een brugpieper en naar de middelbare school gaat?
“Als ouders doen we veel te veel voor onze kinderen”, zegt Julie Lythcott-Haims, voormalig decaan en auteur van het boek ‘How to Raise an Adult: Break Free of the Overparenting Trap and Prepare Your Kid for Success’. “Natuurlijk bedoelen we het allemaal goed, maar wanneer we té veel helpen, ontnemen we onze kinderen de kans om zich voor te bereiden op de ‘echte’ wereld.”
Wat je kind moet kunnen voor de middelbare school
Maar het is wél lastig om te bepalen wanneer je kind oud genoeg is voor een bepaalde taak, erkent Lythcott-Haims. “Wanneer stop je met het snijden van zijn vlees? Wanneer laat je je kind alleen oversteken? Dit zijn allemaal dingen die we doen om te helpen en om te beschermen, maar je kunt dit niet volhouden tot je kind achttien is.”
De voormalig decaan en auteur adviseert dat je kind in ieder geval deze negen basisvaardigheden onder de knie zou moeten hebben, tegen de tijd dat ‘ie naar de middelbare school gaat.
1. Eten bereiden
“Tegen de tijd dat je kind op de middelbare school zit, mag je verwachten dat hij in staat is om alles te doen dat te maken heeft met zijn eigen verzorging”, zegt Lythcott-Haims. Het is dus handig voor hem (en voor jou) als hij zelf een eitje kan bakken, soep op kan warmen of een andere makkelijke maaltijd kan bereiden, zoals een wrap. Dat zorgt er weer voor dat je kind vertrouwen heeft in zichzelf en het alleen ook kan, als jij er een keer niet bent.
2. Zélf op tijd wakker worden
Op tijd wakker worden, wassen en aankleden: een brugpieper moet dit toch écht zelf kunnen. “Veel ouders spelen voor de wekker van hun kind”, legt de moeder uit. “Het gevolg: een kind neemt zijn verantwoordelijkheid niet. Hij gaat ervan uit dat jij er wel voor zorgt dat ‘ie wakker wordt, te eten krijgt en hem ook nog eens naar school brengt. Maar dit zal niet altijd zo zijn.”
3. De was doen
Natuurlijk hoeft je kind heus niet iedere week de was te doen, maar Lythcott-Haims adviseert ouders het hun kind wel te leren. Laat je kind zien welke kledingstukken je tegelijk moet wassen, hoeveel wasmiddel erbij moet en hoe de wasmachine werkt. Ben jij er een keer niet, maar moeten de sportkleren wel gewassen worden voor de volgende dag? Een kind kan de was doen!
4. Voor zichzelf opkomen / eigen verantwoordelijkheid nemen
Wanneer kinderen jong zijn, nemen ouders de taak op zich om hun kind met hand en tand te verdedigen. Zijn ze het niet eens met de cijfers van hun kind? Dan bellen ze de leraar. Maar wanneer je kind op de middelbare school zit, moet hij zelf leren om voor zijn belangen op te komen. Anders geef je je kind het signaal: ‘Jij kunt dit nog niet, ik doe het wel voor je’, zegt de voormalig decaan. En zo leert hij het nooit.
Leer je kind in plaats daarvan hoe hij een gesprek moet voren met bijvoorbeeld een docent of de voetbaltrainer. Je kunt daarvoor prima een rollenspel gebruiken of uitleggen hoe je respectvol met anderen omgaat. Leer je kind daarnaast ook om goed naar de ander te luisteren en de beweegredenen die deze persoon heeft. Ondanks een gesprek kan het alsnog voorkomen dat je kind zijn zin niet krijgt. “Vaak gaat het niet zoals je kind van tevoren had gedacht of gehoopt”, legt de moeder uit. “Maar dan heeft hij het in ieder geval geprobeerd. Daarna moet hij leren om hiermee te dealen, omdat niet altijd alles gaat zoals je wilt.”
5. Eigen tas inpakken
Een bekende uitspraak voor veel ouders: ‘Vergeet je huiswerk/lunch/gymkleren niet!’. Ouders proberen hun te kind te herinneren aan wat ze allemaal mee moeten naar school, maar uiteindelijk moeten ze dit zelf kunnen. Als je kind later een baan heeft en zijn tas meeneemt, moet hij zélf om zijn spullen denken (zonder een telefoontje van jou of hij alles wel mee heeft).
6. Bestellen in een restaurant
Uiteindelijk moeten kinderen zelf bepalen wat ze gaan eten, zonder jouw hulp. In een restaurant kunnen ze daar goed mee oefenen, door zelf keuzes te maken. Maar je kind gaat ook heus een keer uiteten zonder jou, maar met vrienden bijvoorbeeld. Leer je kind om beleefd te vragen wat hij graag wil eten, de serveerster aan te kijken als hij praat en om haar te bedanken.
7. Met vreemden praten
“Kinderen zullen in hun hele leven genoeg onbekende mensen tegenkomen”, zegt Lythcott-Haims. “Ouders zeggen dan vaak: ‘Praat niet met vreemden’. Maar eigenlijk is dat de verkeerde regel. Je zou tegen je kind moeten zeggen: ‘Laat mij je leren hoe je de griezelige vreemden kunt onderscheiden van de vriendelijke vreemden’. Dát is een vaardigheid.”
8. Een boodschap doen
Of het nou naar de supermarkt is, de fietsenmaker of de drogist: leer je kind hoe het werkt. Heel simpel: “Laat je kind alleen naar een winkel gaan met een bepaalde opdracht”, vertelt de moeder. En dat kan je kind prima!
9. Het openbaar vervoer gebruiken
Misschien gaat je kind wel naar een middelbare school die een dorp of stad verderop is, en zal hij gebruik moeten maken van de bus of de trein. Voordat je kind die reis moet gaan maken, zal hij toch moeten weten hoe het werkt. Jullie kunnen een keer samengaan, zodat je kunt uitleggen hoe alles werkt. Laat je kind het daarna alleen ervaren en geef hem het zelfvertrouwen dat hij dat écht zelf kan, zonder hulp van jou.
‘Niet met vreemden praten’: zo leer jij je kind slim om te gaan met vreemde mensen