Column Maria Lee #26: ‘Hij zit met zijn handen op zijn oren en smeekt dat we moeten stoppen’
“Het is september als we starten met EMDR. Samen met de psycholoog hebben we een lijst gemaakt van alle traumatische gebeurtenissen die Tom heeft doorgemaakt. Het breekt mijn hart, hoeveel ellende ons kleine mannetje meegemaakt heeft.
We starten met Toms geboorte en per keer kijken we naar zijn reactie en gedrag dat hij de dagen na de sessie laat zien. Om aan de hand daarvan te bepalen met welke gebeurtenis we verder gaan. Ik schrijf op de aanwijzing van de psycholoog het verhaal van de traumatische gebeurtenis.
EMDR-behandelingen
De psycholoog beoordeelt het en past het zo nodig aan. De taal, zinsopbouw en sfeer moeten in de belevingswereld van Tom passen. Op donderdag is het therapie-dag en lopen we met z’n drietjes het UMC binnen. Alles wat we doen is vooraf vastgelegd. Tom weet wat er komen gaat. Hij gaat bij papa op schoot, mama leest het verhaal voor en de psycholoog geeft Tom buzzers in zijn handen en tikt om en om op Toms knieën.
We lezen het verhaal twee keer en daarna mag Tom spelen met de psycholoog. Aan het einde van de sessies mag Tom iets uit de trofeebak kiezen, hij kiest dit keer een tol. Tien weken lang gaan we elke donderdag naar het UMC voor Toms EMDR. Op de vrijdag erna hebben we contact met de psycholoog over wat zij gezien heeft, wat ons opgevallen is en hoe Tom de nacht doorgekomen is.
Steeds zwaarder
Na het weekend hebben we mailcontact en bepalen we of en met welke gebeurtenis we verder gaan. Ik schrijf de gebeurtenis op in verhaalvorm en de psycholoog komt met suggesties. Waar nodig pas ik het verhaal aan. Op woensdagavond is het definitieve verhaal klaar en printen we het verhaal uit. Nog even plastificeren en dan zijn we klaar om te starten.
Maar hoe verder we komen, hoe zwaarder het wordt. Tom duikt de ene keer van angst een kast in, de andere keer maakt hij zich klein en verstopt zich achter een gordijn. Of hij zit met zijn handen op zijn oren en schreeuwt al smekend dat we stoppen. Het snijdt door ons hart en steeds meer zien we Tom lijden. Als we bij zijn reanimatie komen wordt het helemaal heftig voor Tom en ook voor ons. Met een brok in mijn keel lees ik de gebeurtenis voor, in gedachten zie ik hoe ik met mijn vingers zijn borstkas indruk. Om zijn hartje weer aan de ‘praat’ te krijgen.
Leeg en moe
Tom schiet van mijn mans schoot en gaat in een kast liggen. In de foetushouding wiegt hij heen en weer. Het duurt even voordat ik ons mannetje uit de kast heb. Hij kruipt op mijn schoot en krult zich als een kat op mijn schoot. ‘Mama, ik wil dit niet meer, ik ben bang.’
‘Niet huilen, niet huilen, wegslikken die handel, kom op, ik kan dit’, zeg ik in mezelf. Het liefst laat ik mijn tranen de vrije loop en laat ik alles voor wat het is. Alleen kan dat niet, ik ben hier voor Tom en Tom heeft me nodig.
Zwijgend zitten we in de auto op de terugweg naar huis. Tom sabbelt hoorbaar op zijn speen en knuffelt met zijn Nijn. Ik voel me moe en leeg. Ik kijk naar mijn man, hij ziet er verdrietig uit. Als we thuis zijn, zucht mijn man diep. ‘Ik voel me leeg en moe.’ Ik knik begrijpend en zeg hem dat ik me ook zo voel.
Depressief
Samen kijken we naar Tom die op de bank neerploft. ‘Ik kleed me om en ga aan het werk’, mompelt mijn lief. De dagen na de EMDR zie ik mijn man steeds stiller en afweziger worden. Geleidelijk aan verandert zijn stemming nog meer dan de weken ervoor. Hij was al depressief en nu lijkt het alleen maar erger te worden. Hij sluit zich af, heeft weinig geduld en voelt zich zichtbaar ongelukkig.
Wanneer ik probeer om het bespreekbaar te maken kapt hij het gesprek af. Hij heeft muren om zich heen gebouwd, waar hij juist een afstand mee creëert. Het breekt mijn hart hem zo te zien. Het duurt even voordat we tot een goed gesprek komen en dan eindelijk kan hij toegeven dat hij zich depressief voelt. Als ik hem zeg dat hij hulp nodig heeft, wimpelt hij het af, dat hij het zelf wel kan.
Nu hulp nodig
Tot op de volgende donderdag waarop we weer de reanimatie van Tom behandelen. Toms reactie is nog steeds heftig en vol angst. Mijn man gaat als we thuis zijn meteen naar zijn werk en dan krijg ik ’s middags een appje van hem waarvan ik een ‘niet pluis’ gevoel bij krijg. Het voelt alsof alles door mijn vingers heen glipt en ik ben bang dat ik mijn man verlies. Als ik hem eindelijk te pakken krijg hoor ik de wanhoop in zijn stem, ik zeg hem de huisarts te bellen. ‘Je hebt nú hulp nodig!’
Hij belooft meteen te bellen om hulp te vragen en mij terug te bellen als hij haar gesproken heeft. Ook ik bel met de huisarts om aan te geven dat mijn man gaat bellen en ik me oprecht zorgen maak. Ze verzekeren me dat ze het oppakken en hem de hulp bieden die hij nodig heeft. Die avond vertelt hij hoe moeilijk hij het heeft, hoeveel dit alles met hem doet en dat hij zich zo moe en leeg voelt.
Verlichten
Ik zou hem zo graag willen verlichten van alles wat hij voelt. Het is ook veel, al jaren. Er is geen moment geweest dat we rust hebben gehad, we zitten al tijden in de overlevingsstand. We hebben zoveel zorgen gehad, zoveel moeten doorworstelen, dat gaat je niet in de ‘koude kleren’ zitten. Gelukkig hebben we morgen een gesprek met de huisarts.
En dan zegt hij iets wat me diep raakt: ’Ik heb alles wat we meegemaakt hebben, geparkeerd. Ik heb het nooit verwerkt en nu kan ik er niet meer om heen, ik weet niet hoe ik moet verwerken.’ Ik ben trots op zijn inzicht en zijn openheid. ‘Dit is het begin van je herstel’, zeg ik hem. ‘Ik sta naast je lief, ook dit kunnen we aan.’
Maria Lee
Maria Lee is de trotse moeder van de vijfjarige tweeling Tom en Fien. Het leven met haar twee kinderen gaat alleen niet altijd over rozen. Vooral met Tom niet, want toen hij vier jaar was stopte Tom met eten en raakte daardoor ondervoed. Haar verhaal kon je lange tijd volgen op J/M Ouders, nu gaat haar verhaal verder.