Column Maria Lee #31: ‘Lopend op m’n tenen, wallen tot op mijn knieën, probeerde ik de dag door te komen’
“Voor het eerst in lange tijd zie ik Fien met een grote lach op haar gezicht uit school komen. Ze rent naar me toe en geeft met een knuffel. ‘Mama, mama deze school is zo leuk! Ik ben zo blij!’ Mijn hart maakt een sprongetje, eindelijk een blije Fien. De afgelopen zeven weken van thuisonderwijs vielen me zwaar. Het deed de kinderen goed, ze kwamen meer tot rust en kregen weer plezier in leren.
Ik ging met ze naar buiten, leren in de natuur. Bewegend leren door erop uit te gaan, we gingen rekenen met huisnummers, nummerborden lezen. Letters speuren, woorden maken, knutselen, tuinieren, de was doen, koken en bakken. Ik genoot van het samenzijn met de kinderen en tegelijkertijd snakte ik naar tijd voor mezelf.
Op zoek naar scholen
Ondertussen moest ik ook op zoek naar geschikte scholen, contact houden met alle instanties, mailtjes beantwoorden en telefoontjes plegen. Eigen tijd zat er niet in. De buien van Tom en Fien braken me op. Het was duidelijk dat er bij beide kinderen veel uit moest. Alle opgebouwde spanning vond zijn uitweg in woede-uitbarstingen, schreeuwen, huilen en boos zijn.
Natuurlijk heb ik begrip en begrijp ik waar het vandaan komt. Ermee omgaan is niet makkelijk. Alle energie werd uit me gezogen, ik wilde een goede juf voor ze zijn, een fijne mama en had een plaatje in mijn hoofd waaraan ik wilde voldoen. Hoe moeilijker ik het had, hoe hoger ik de lat voor mezelf legde. En omdat er zoveel instanties bij ons gezin betrokken zijn, voelt het alsof we onder een vergrootglas liggen. Lopend op m’n tenen, wallen tot op mijn knieën, probeerde ik de dag door te komen. Tot op een dag, dat ik niet meer kon en in huilen uitbarstte. Er moest iets veranderen en ik begreep dat ik iedereen het naar de zin wilde maken. Ik wilde niemand belasten en lastig vallen.
Hulp vragen
Na een dag geslapen te hebben, kon ik de situatie weer overzien. Het was tijd om mijn grenzen aan te geven en om hulp te vragen. Ik koos ervoor om mijn eigen lesprogramma te maken, terug naar de basis van groep 3. Deed wat ik belangrijk vond en vind om mijn kinderen te leren, gaf mijn eigen invulling aan lesgeven, want mijn doel was de kinderen weer plezier te laten voelen in leren. Door mijn eigen plan te volgen kreeg ik er ook weer plezier in om de kinderen te laten leren. Ik kon nu ervaren wat hun leerstrategieën zijn, hoe ze leren en wat voor hun belangrijk is. En dat is kunnen bewegen, mogen zijn wie ze zijn.
Ik had genoeg inzicht gekregen in wat voor school passend zou kunnen zijn. En struinde het internet af. Sprak met ouders die we tegenkwamen bij de speeltuin, een museum of gewoon op straat. En zo hoorde ik over de ‘beweegschool’. Een school waar kinderen leren wat hun eigen ‘prikkelprofiel’ is. Ze leren hoe zij het beste kunnen leren. Ik maakte een afspraak en we werden uiterst hartelijk welkom geheten. Manlief en ik keken onze ogen uit, de ene leerling zat op een grote bal aan zijn opdrachten te werken.
Bewegen
Een ander op een stoel waarbij ze kon fietsen, weer een ander stond te werken en zo had elke leerling een eigen zit en beweegplek om te werken. In de klas staat een trampoline waar kinderen op mogen springen. En ze kunnen als ze onderprikkeld of juist overprikkeld zijn naar het beweegplein. Daar kunnen ze een beweegparcours volgen en na het afleggen ervan kunnen ze weer terug naar hun klas. Ze doen er beweegdictees, gaan naar buiten en zitten vier per dag in de kring om met elkaar te praten. Er is ook een stilte lokaal waar kinderen in stilte kunnen werken of even kunnen ontprikkelen.
Onze kinderen mochten twee weken meelopen. Fien kwam helemaal tot bloei, het afscheid blijft lastig en moeilijk. Dat zal voorlopig nog wel zo zijn tot ze therapie heeft gekregen voor haar separatieangst stoornis. Elke middag uit school, kwam ze met een grote lach naar me toegerend. Ze voelde zich er gezien, gewaardeerd. Dit is echt haar plek.
UMC
Voor Tom waren we er nog niet uit. Er waren veel aanknopingspunten voor de school en voor ons, maar ook een zorg. Tom heeft nog veel een op een begeleiding nodig. In bepaalde dingen loopt hij achter en heeft hij echt nog iets te leren. Dat merkte ik ook toen ik hem zelf lesgaf. Tom was snel overprikkeld en gaf aan het zelf ook nog niet te weten of dit zijn plek was. We besloten om toch het UMC te raadplegen en een kennismakingsgesprek aan te vragen bij een school voor speciaal onderwijs. Onze voorkeur gaat uit om hem naar het UMC te laten gaan. Zodat hij school en therapie afgewisseld krijgt voor een periode van drie maanden.
Daarin wordt er gekeken wat hij nodig heeft om tot leren te kunnen komen, leert hij zijn executieve vaardigheden te ontwikkelen en kan men onderzoeken wat hem los van zijn trauma’s neuro speciaal maakt. We zijn in afwachting van het UMC en hopen een akkoord te krijgen. Om zo samen met het UMC een geschikte plek voor Tom te vinden.”
Column Maria Lee #30: ‘De intern begeleider jaagt Fien in een hoek en schreeuwt’