Column Maria #19: ‘Mijn maag draait zich om, Tom heeft het over zichzelf!’
Maria Lee is de trotse moeder van de vijfjarige tweeling Tom en Fien. Het leven met haar twee kinderen gaat alleen niet altijd over rozen. Vooral met Tom niet, want toen hij vier jaar was stopte Tom met eten en raakte daardoor ondervoed. Haar verhaal kon je lange tijd volgen op J/M Ouders, nu een jaar later gaat haar verhaal verder.
“De deur gaat open en ik word door de onderzoeker gewenkt. ‘Kom maar’, zegt ze terwijl ze de deur voor me open houdt. Tom is druk bezig met het in elkaar zetten van een bouwvoertuig. ‘Zonder plaatjes’, zegt de onderzoeker. ‘Tom kan goed bouwen en heeft technisch inzicht, dus hij mag nog even bouwen en dan kunnen wij nog even bijpraten.’ Ze vertelt waar Tom mee heeft gespeeld en af en toe vult Tom haar vanaf zijn speelplek aan. ‘Dan gingen we met de zandtafel en was er een hele diepe put’, zegt hij enthousiast. De onderzoeker knikt bevestigend.
De regels veranderen
‘We hebben ook een spelletje gespeeld, Tom heeft moeite met de regels.’ Ik schiet in de lach, ‘Ja dat herken ik wel, hij zet ze naar zijn eigen hand.’ Tom kijkt op van zijn moersleutel en zegt, ‘Ja ik wil ook winnen en zo werkt het beter, anders is het niet leuk.’ De onderzoeker en ik wisselen een blik van verstandhouding. Ik ga door mijn knieën en leg Tom uit dat er regels zijn zodat iedereen kan winnen.
De onderzoeker gaat verder, ‘We speelden de toren van Pisa.’ Terwijl ze dat zegt speelt zich al een heel scenario af in mijn hoofd. Ik zie Tom steeds vuriger worden als hij merkt dat hij aan het verliezen is. En hem zo de toren met alle poppetjes erop, van de tafel af vegen. Waarbij de poppetjes alle kanten uit vliegen en de toren uit elkaar valt. De onderzoeker vertelt dat Tom de regels verandert door te zeggen wie de meeste poppetjes van de toren laat vallen heeft gewonnen. Maar daar gingen ze niet mee akkoord. De regels zijn de regels. Dat maakt dat Tom de toren omdraait zodat er geen poppetjes meer kunnen omvallen. ‘Kijk zo is de toren wel stabiel’, had hij gezegd.
Ik moet er eigenlijk om lachen, hij is wel inventief en oplossingsgericht. Maar ik weet dat dit onderzoek bedoeld is om te kijken hoe Tom om gaat met regels, samenspel en het delen van speelgoed. En daarin heeft hij nu laten zien dat regels in combinatie met winnen toch wel heel moeilijk voor hem zijn. Het is een van de redenen waarom ik thuis liever geen competitie spelletjes met de kinderen doe.
Onderzoekers met een vertelplaat
De onderzoeker vertelt dat ze ook gebruik hebben gemaakt van de vertelplaat. Een plaat waarop muisjes aan een gedekte tafel zitten en een muis staat in de keuken. Aan de hand van dat plaatje mag Tom vertellen wat hij ziet en denkt wat er gebeurt. Tom vertelt de onderzoekers dat de muisjes moeten wachten met eten. Want de mama muis weet wat er in het eten zit, anders kunnen de muisjes erg ziek worden en moeten ze misschien wel naar het ziekenhuis. Want als er een muisje ziek wordt, dan kan hij bijna niet meer ademhalen, hele erge buikpijn krijgen en dat heel erg zeer.
Mijn maag draait zich om, Tom heeft het over zichzelf! ‘Op de andere plaat zien we kinderen in een kamer met bedden. Er zijn knuffels en speelgoed. Hier vertelt Tom dat de kinderen goed onder hun bed moeten kijken voor monsters. En dat ze een lichtje aan moeten houden, dan hoeven ze niet bang te zijn voor het donker. Ook moeten ze ‘monsterspray’ spuiten zodat er ’s nachts niets kan gebeuren.’ Ook hier heeft Tom het over zich zelf. Zijn eigen angsten en hoe zijn angst verzacht kan worden. Thuis hebben we monsterspray, laten we wat lichtjes aan zodat hij ’s nachts de kamer kan overzien.
‘Hier laat Tom heel goed zijn eigen problematiek naar boven komen’, zegt de onderzoeker. ‘Verder hebben we de dokter set erbij gepakt. Tom wilde daar niet mee spelen. Hij vertelde dat hij niet met dokterspullen of ziekenhuis speelgoed wil spelen. Zijn zus wel, die wil later dokter worden, vertelde hij. Tom wilde wel uitleggen wat waar voor dient en hoe het heet, maar er mee spelen zal hij nooit doen.’
Geen ziekenhuisspeelgoed
Ik knik begrijpend, ‘Klopt, Tom wil er niets mee te maken hebben. Fien heeft een Playmobil ziekenhuis, maar hij wil er niet mee spelen. Soms gaat hij naast haar zitten, maar ermee spelen doet hij niet.’ Ondertussen is Tom nog steeds bezig met het in elkaar schroeven en klikken van het bouwvoertuig. Maar de onderdelen passen net niet goed op elkaar. Ik zie hoe zijn frustratie opbouwt en zijn bewegingen gaan sneller en harder. Dan opeens schreeuwt hij het uit, ‘Het lukt niet, aaaaaaah!’ Hij gooit de moersleutel en het onderdeel dat niet past weg. Hij springt op, begint heel hard te huilen en verstopt zich achter een kast. De onderzoekers kijken iets verschrikt op en slaan de situatie gade. Ik loop naar de kast, ga op de grond zitten en zeg met een zachte en rustige toon dat Tom bij mij mag komen huilen. Dat ik hem begrijp dat het niet lukt dat hij boos wordt.
‘Huilen hoef je niet achter de kast te doen, dat mag je bij mama doen.’ Tom komt achter de kast vandaan en kruipt op schoot, ‘Mama ik ben moe en het lukt niet.’ Ik stel voor om het op te ruimen en excuus te maken naar de onderzoekers toe omdat hij met hun speelgoed heeft gegooid. Tom pakt alle onderdelen en samen stoppen we het in de bak. Dan loopt hij naar de onderzoekers toe en zegt ’Sorry dat ik met jullie speelgoed heb gegooid.’ ‘Goed gedaan Tom’, zegt de onderzoeker en ze geeft hem een schouderklopje. We nemen afscheid en samen lopen we hand in hand het WKZ uit.”
Column Maria #18: ‘Ze zeiden dat we rekening moesten houden met dat ze konden sterven’