Lia: ‘Dankzij onze oudste musketier zijn we erachter gekomen dat wij ook hoogbegaafd zijn’
Samen met haar vrouw voedt Lia drie gevoelige, nieuwsgierige en iets te slimme kinderen van 6, 4 en 3 jaar op. Door haar full time job als verpleegkundig specialist GGZ lijkt ze naar eigen zeggen soms op de ‘man die op zondag het vlees snijdt’. Haar missie? Laten zien hoe verschillend we allemaal hetzelfde zijn. Je vindt haar ook op haar eigen blog. Deze week lees je over hoe ze erachter kwam dat ze hoogbegaafd is.
Column: Hoogbegaafd
In gedachte heb ik deze column vaak geschreven. Nu twijfel ik ineens, terwijl ik ergens ook vastberadenheid voel. Omdat wat wij als ouders voelen in deze situatie, ook geschreven mag worden.
Het laatste jaar is nogal een ontdekkingstocht geweest voor ons. Dankzij onze oudste musketier zijn we erachter gekomen dat wij hoogbegaafd zijn! Zo, dat is eruit. Alle vijf? Ja, alle vijf! Gelukkig, dat praat wat makkelijker – binnenshuis althans. Bij mijn vrouw, mij en onze oudste musketier is het vastgesteld. Bij de jongste twee kan het officieel nog niet worden vastgesteld, bij hen praat je over een ontwikkelingsvoorsprong – wat ik eigenlijk meer afleidend dan zinvol vind.
In gedachten stormen reacties die we gekregen hebben voorbij: ‘Wat hip! Dat is iedereen tegenwoordig’; ‘Knap, heb je hard voor gewerkt zeker’; ‘Moet je daar nu trots op zijn, zorg maar dat je jullie kinderen normaal opvoedt’; ‘Hahaha (ja, recht in mijn gezicht!) Weet je dat zeker? Daar geloof ik niks van!’; ‘Wat fijn, dan hoef je in ieder geval geen zorgen te hebben over school’.
Ik voel me verdrietig en onbegrepen, alsof het onze verdienste is en ik ermee wil pronken. En betreft de zorgen op school: Onze oudste zei ongeveer een maand geleden: ‘mam, als ik doodga, dan hoef ik niet meer naar school toch? Dat is fijn!’ Ik slikte een traan weg en zei dat ik denk dat het ‘later’ beter wordt, zoals Claudia de Breij dat zo treffend zingt. Ik heb maar niet gezegd dat verschillende volwassen hoogbegaafden het niet redden tot een goede studie of baan.
De middelste zit momenteel in groep 1 en heeft veel moeite met school. Thuis is ze bezig met woorden maken en schrijven. Op school vroeg ik of ze hier ook iets mee konden doen. De juf vond dat we beter ‘gewoon gezelschapspelletjes’ konden doen. Ondanks dat we dat doen, vaak zelfs, twijfelde ik. Doe ik iets raars als ik erop inga als mijn dochter met een letterboekje enthousiast vraagt of we nog woordjes maken voordat ze gaat slapen? Daarna voelde ik boosheid, alsof wij, als ouders, alleen maar willen gaan voor hoge prestaties. Iets wat ons niets interesseert. Ik geloof dat de juf denkt dat we, zodra de kinderen uit school komen, ze verplicht aan de eettafel zetten om woorden en rekenopdrachten te stampen. Wij volgen dat wat onze kinderen vragen. Niet heel raar, toch?
Ik vind het onbegrip moeilijk. Er zijn mensen die wat zeggen zonder dat ze enig idee hebben wat hoogbegaafd zijn betekent. Niet wetend dat onze kinderen moeite hebben met veel schoolse taken, omdat ze twijfelen bij bijna alles wat ze doen. Of soms letterlijk ziek en moe worden van het spelen met klasgenootjes die vaak andere interesses hebben waar ze zich in willen aanpassen – onbewust – om maar niet buiten de groep te vallen. Dat ze heel gevoelig zijn, waardoor ze precies voelen wanneer ik een rotdag heb. Maar niet alleen van mij, ook van de leraar, de overblijfmoeders, de andere kinderen op school of de moeder van een vriendinnetje, laat staan wat ze (of wij beter gezegd) voelen als we merken dat iemand ons niet mag, wat nogal eens gebeurt door de vragen die we, puur uit oprechte nieuwgierigheid, stellen. Onze kinderen krijgen vaak geen antwoord op hun vragen, omdat ervan uit gegaan wordt dat ze het toch niet snappen, terwijl de vraag blijft rondspoken in hun hoofd.
Wat ik ook lastig vind, is dat we nauwelijks trots mogen zijn als onze kinderen iets doen. Bijvoorbeeld als onze kleinste drie jarige musketier op zijn verjaardag opgaat in zijn lego en een helikopter met vrachtwagen bouwt. Dan worden we niet geloofd; ‘Dat hebben jullie zeker gebouwd’, of we mogen het niet hardop zeggen, onder het mom van bescheidenheid. Waarom mag een andere moeder wel trots zeggen dat hun driejarige verschillende dieren kan nadoen, wat net zo leuk en knap is.
Wij houden veel van onze musketiers en zijn enorm trots op ze. Om wie ze zijn: Lief, nieuwsgierig, en grappig. Niet om wat ze kunnen of hun hoogbegaafdheid. Ik hoop dat we ze het vertrouwen geven dat ze zichzelf kunnen zijn, hun eigen wegen mogen kiezen met mensen om zich heen die ze daarin steunen.
Lees ook:
Wil je meer van Lia’s columns lezen? Die vind je op ons zusje Famme.