Geen alledaags gezin #7: ‘Het is echt nooit goed en ik kan niet eens boodschappen doen’
“Het was onlangs ‘de week van de vergeten boodschappen’, het klinkt als een campagne om minder inkopen te doen en je voorraadkast leeg te maken, of een campagne voor producten die blijven liggen in de supermarkt. Van laatstgenoemde heeft het nog het meeste van weg.
Door mijn ADHD vind ik het heel lastig om boodschappen te doen. Al die prikkels, licht, piepjes, mensen, schreeuwerige reclameborden en ga zo maar door. Als ik niet een boodschappenlijst zou hebben zou ik met helemaal niks thuiskomen. Of met alles wat maar naar mij roept. Maar de struggle begint al bij het boodschappenlijstje.
Vier recepten
Ik moet dan voor het hele gezin gaan bedenken wat we die week gaan eten en wat we allemaal nog meer nodig hebben. Ik vind het heel moeilijk om keuzes te maken voor mijzelf, maar ook voor een ander. Stel dat ze het niet lekker vinden. Ik wil zoveel mogelijk rekening houden met iedereen. Ik maak de boodschappenlijst aan de hand van recepten. Ik zoek vier recepten uit voor maandag tot en met donderdag. Voor de andere dagen doet Vincent de boodschappen.
Maar ook al maak ik een lijstje en kijk ik tijdens het boodschappen doen tig keer in mijn kar en op het lijstje. Ik vergeet altijd wel iets.
Nou ja, dan ga je toch gewoon terug om het alsnog te kopen zou je denken. Jullie wellicht wel, maar ik kom er vaak pas achter als ik ga koken. En dan begint de stress. Ik maak namelijk niet alleen een boodschappenlijstje aan de hand van de recepten, maar heb in de keuken een planbord hangen waar ik per dag opschrijf wat er gegeten wordt. Dit om twee redenen. Ten eerste vind ik het makkelijk, want dan hoef ik niet meer te verzinnen wat we gaan eten. En daarnaast weet Joris dan van tevoren wat we gaan eten, zodat hij zich daar niet heel druk over hoeft te maken. Dat geeft hem duidelijkheid.
Vergeten boodschappen
Afgelopen week was zo’n week waarin ik er tijdens het koken achter kwam dat ik één, twee of soms wel drie ingrediënten miste. De stress begon. Ik heb geen tijd meer om het missende ingrediënt te halen en vind mijzelf ook niet zo’n goede kok dat ik het recept kan aanpassen met een ander passend ingrediënt.
Dus kijk ik welk recept ik wel compleet in huis heb. Dat betekent automatisch dat de planning verandert. ‘Sorry Joris!’, roep ik naar boven. ‘Wat we vandaag zouden eten, dat eten we een andere keer deze week.’ De eerste keer dat ik dat die week riep, kwam er een beetje gemopper. ‘Doe dan ook gewoon goed boodschappen.’ Dit kan ik incasseren. Ik begrijp zijn reactie, hij had er op gerekend en nu verander ik het zonder hem er op voor te bereiden. De tweede keer dat het gebeurt, is er minder begrip van Joris. Hoe kan ik dan ook zo dom zijn? Ik mopper wat terug in de trant van: ‘Kan gebeuren Joris, morgen gaan we echt eten wat er op het bord staat. Pappa haalt zo het missende ingrediënt als hij klaar is met werken.’
Het lekkerste vergeten
De volgende dag kan ik dan eindelijk maken wat er op het bord staat. Nou ja, bijna. Weer mis ik iets, maar goed dit kan ook gegeten worden zonder het vergeten ingrediënt. Aan tafel ziet Joris dat er iets mist. ‘Zo vind ik het niet lekker, juist het lekkerste moest je weer vergeten!’, zegt hij. ‘Jij maakt altijd alleen maar gezond vies eten en houdt geen rekening met wat ik lekker vind.’ Ik kijk naar Vincent, ook hij zit met lange tanden te eten. En Lieve onze eigenwijze peuter had bij het zien van haar bord al meteen gezegd: ‘Blegh, dat lust ik niet.’
Dat was voor mij de druppel, huilend zeg ik: ‘Ik weet niet meer wat ik moet maken hoor. Het is echt nooit goed en ik kan niet eens boodschappen doen.’ Ik voel mij een intens slechte moeder. Joris vindt dit lastig en loopt boos van tafel. Als ik weer een beetje gekalmeerd ben loop ik naar Joris. Samen praten we nog even over lekker, maar wel gezond eten. Hij heeft aangegeven wat hij wel graag lust van de gezonde recepten die ik maak. Samen spreken we af dat ik minstens een keer per week iets maak wat hij lekker vindt. En die vergeten boodschappen. Tja dat hoort bij mij, daar zullen we met zijn allen mee moeten leren leven.”
Judith (41) schrijft iedere maand voor J/M Ouders een column over haar, voor de buitenwereld normale, maar toch niet alledaagse gezin. Dat bestaat uit haarzelf, Vincent (45), zoon Joris (12) en dochter Lieve (3). Toen Joris vijf jaar was kregen Judith en Vincent te horen dat hij jeugdreuma heeft, op zijn achtste kwam daar de diagnose autisme bij. Judith zelf is gediagnosticeerd met ADHD. Ze vertelt over de moeilijke maar ook mooie kanten van hun gezin.