Brenda: ‘Mijn kind is altijd een lief en behulpzaam kind geweest’
“Mijn kind is altijd een lief en behulpzaam kind geweest. Als er iemand viel dan stond Cédé vooraan om hem of haar weer overeind te helpen. Als je een zeer been had dan vroeg mijn kind hoe het met je ging (zelfs als dat kind van dat zere been een pestkop was, want: ‘Mam, ook pesters hebben gevoel.’ Zie hier meteen een lesje vergeving, want ik vond het eerlijk gezegd net goed dat hij een zeer been had (heel kinderachtig van mij, I know).
Leerling mentorschap
Dit jaar zit mijn kind in havo 4 en mocht Cédé starten met het leerling mentorschap, of mentor leerling dat kan ook. Op de een of andere manier (ouderdom) kan ik dit niet onthouden en haal ik het elke keer door de war, maar goed, ik bedoel dus dat iemand van de 4e mentor wordt van een brugpieper. Na een cursus van wel een hele middag, was het mentorschap een feit. Mijn kind mocht (of moet eigenlijk) voortaan elke week een uur aanschuiven bij een les van de eerstejaars. Ik geloof dat ze dan vragen mogen stellen en op deze manier de docent een beetje ontlast wordt. Dat zullen geen vragen zijn over de stof, maar meer over algemene dingen gaan (huiswerk maken, kluisjes, rooster etc.) Het gaat erom dat je één keer per week even je neus laat zien in jouw klas, want je bent met z’n tweeën of drieën mentor van een klas dus je wisselt elkaar af.
Nu had dat mentorschap nog wel wat voeten in de aarde. Mijn kind had namelijk. als voorkeur een tweetalige klas opgegeven. Want ja, in Engels was Cédé briljant en had mijn kind echt een toegevoegde waarde vond Cédé zelf. Het ontbreekt mijn kind niet altijd aan bescheidenheid als we het over de Engelse taal hebben. Nu moet ik eerlijk zeggen dat Cédé daar ook wel heel erg goed in is. Mijn kind spreekt het zo vloeiend en met zo’n mooie uitspraak dat Cédé wel eens een stem klus heeft gedaan in het Engels. Toen zochten ze een kind dat native Engels kon spreken en tadaa daar was mijn Aziatische kind dat geen woord Chinees spreekt en soms hakkelt in het Nederlands (‘Mam, wat is ook alweer het Nederlandse woord hiervoor?’ Dat werk dus), maar wel vloeiend Engels spreekt. Ik vind het apart, maar goed, mijn kind is ook vrij apart.
Serieuze taak
Tot de teleurstelling van Cédé werden ze (ze is hun aanspreekvorm) ingedeeld bij een Nederlandstalige klas. En dat weigerde mijn kind gewoon. Dan maar geen mentorschap, zei Cédé. Zie hier een lesje grenzen stellen, waar ik persoonlijk (helaas) nog wat van kan leren. Het was een tweetalige klas of niks. Tot mijn verbazing werd het de tweetalige klas, want plotseling kon het wel.
En nu schuift mijn kind wekelijks aan bij hun klas. Niks eerste uur vrij, er wacht een serieuze taak op hen. Nu gaat mijn kind door hun autisme toch al graag dezelfde tijd naar school en negeert hierdoor alle eerste uren vrij, dus een hele grote opgave is het niet, maar toch. Ook moet Cédé meehelpen bij speciale dagen zoals sportdagen. Dat is grappig, want mijn kind haat sportdagen (heeft het balgevoel van een mug). En nu heeft Cédé er opeens extra sportdagen erbij. Vanmorgen zei mijn kind nog: ‘wish me luck’, want er was de hele ochtend een volleybal toernooi. ‘Gelukkig, hebben we ook nog Informatica vandaag’, zei Cédé er achteraan. Ik zou blij zijn als je dan gewoon vrij was, maar mijn kind niet. Die blijft rustig elke dag tot 16.00 uur in een speciaal lokaal huiswerk maken aan hetzelfde tafeltje. Elke dag opnieuw. Iets met structuur.
Gouden hulp
En dit weekend gaat mijn gouden hulp meehelpen bij de open dagen. Gelukkig niet één keer, maar drie keer. Of ik wel even kon rijden in de avond? En dat doe ik, want om hen ’s avonds om 22.00 uur alleen en in het donker over straat te laten fietsen, vind ik niet zo prettig. Dat komt ook, door de geaardheid van mijn kind. Dan ben je toch voorzichtiger helaas. Ook de klappen die ze overdag wel eens gehad hebben op de fiets, spelen mee. Dat helpt ook niet als je toch al voorzichtig bent als moeder.
Maar mijn kind gaat dus helpen. En ik ben ervan overtuigd dat dit heel erg leuk is voor de kinderen en ouders die op deze school gaan kijken. Want reken maar dat je een portie vriendelijkheid en enthousiasme over je heen krijgt. Mocht je als ouder zelf een kleurrijk kind hebben, dan schept het ook vertrouwen dat er dus meer paradijsvogels rondlopen. Ook laat het direct zien dat het een diverse en kleurrijke school is. Een school waar iedereen zichzelf mag zijn.
Cédé weet nu nog niet wat ze later willen worden. Ze twijfelen tussen fashion designer of webdesigner (enige overeenkomst is het woord designer). Maar een baan als docent Engels met een extra taak als mentor lijkt mij ook een schot in de roos. Mijn kind zal door hun eigen ervaring begrijpen wat het met je doet als je gepest wordt en hierboven opzitten. En als je als kind dan een keer valt (letterlijk of figuurlijk) zal Cédé de eerste zijn die je weer helpt met opstaan.
Een gouden hulp dus.”
Brenda: ‘Ik heb geleerd dat je niet alles hoeft te begrijpen, dat iets soms gewoon zo is’