Columnist Brenda over de adoptie van Yens: ‘nadat er wederom een half uur verstreken is, zakt de moed ons in de schoenen. Waar is Yens?’
Columniste Brenda (51) is moeder van zoon Yens (13). Ze heeft een relatie met Roger die twee dochters heeft (15, 17). In het dagelijks leven is ze ondernemer, maar het allerliefst vertelt ze echte verhalen over haar zoon Yens die net even anders is. Ze doet dit in haar blog Moeder enzo op Facebook of in het tv programma Koffietijd.
Vorige week vertelde Brenda over de dag dat ze te horen kreeg dat ze moeder werd in De adoptie – deel 1.
Column Brenda: De adoptie – deel 2
‘Vandaag is de dag, we vertrekken naar China om ons hartenkind op te halen. Het vliegtuig vertrekt pas om 17:00 uur en dus heb ik nog alle tijd om onze koffers in te pakken. Daarin zitten ook de kleertjes die ik heb gekocht en de cadeautjes die ik heb gekregen voor onze adoptiezoon Yens Xin.
Ergens in de middag komt een vriend van ons voorrijden. Hij heeft zijn twee zoontjes mee die super opgewonden zijn dat er iets spannends gaat gebeuren die dag. Ik merk dat ik slecht tegen die drukte kan, omdat ik zo zenuwachtig ben. Op Schiphol zien we ook de andere 7 stellen staan. Sommige hebben kinderen bij zich die al eerder geadopteerd zijn. Zij gaan een broertje of zusje ophalen, hoe spannend moet dat zijn?
We maken kennis met elkaar en ik kan direct mijn ogen niet afhouden van twee enorm schattige Chinese meisjes. Ze zijn een jaar of vier en spelen al snel met de andere kinderen samen terwijl wij inchecken. Er is ook een stel dat zelf al biologische kinderen heeft en nu een kindje gaat adopteren. En een stel dat hun derde dochter gaat ophalen. Ze zijn allemaal heel verschillend, maar hebben één ding gemeen. Vandaag is ook de dag dat zij vertrekken naar het land waar hun hartenkind woont.
De vlucht verloopt voorspoedig en op het vliegveld staat een Chinese dame op ons te wachten. Zij zal onze gids zijn in Beijing, waar we de eerste dagen zullen vertoeven. We vliegen namelijk niet meteen door naar ons kindje, omdat we eerst moeten acclimatiseren in het land zelf.
In eerste instantie is elke dag dat je extra moet wachten teveel natuurlijk, maar je hebt ook last van een jetlag, de luchtvochtigheid die heel erg droog is in China (althans in de winter, ik ging ervan hoesten) en je moet even wennen aan het land zelf. Er staan leuke excursies op de planning en we gaan wat bezienswaardigheden bezoeken zoals de Chinese muur.
Het is een prachtig hotel waar we vertoeven en ’s avonds in de hotel bar drinken we gezellig wat met elkaar en de dagen erop vliegen voorbij door al het bijzondere wat we te zien krijgen. Maar ondanks dat neem ik elke dag de spanning met mij mee. Ik voel het in mijn buik en kan niet wachten tot we Yens in onze armen mogen sluiten.
Na drie dagen is het dan zover. We vliegen met twee andere stellen door naar de provincie Xi’an waar ons kind vandaan komt. Als we de hotelkamer binnenkomen, staat daar ook een klein kinderbedje. De zenuwen gieren nu echt door mijn keel. Morgenochtend krijgen we instructies over het eetpatroon van ons kindje en leren we nog wat andere dingen. ’s Avonds zal dan de overdracht zijn. We slenteren die avond nog over een hele leuke markt en weten dat het onze laatste avond samen is. Maar het is allemaal heel moeilijk te bevatten en voelt heel onwerkelijk.
Ik weet het niet meer, maar ik vrees dat ik die nacht voor geen meter geslapen heb. In de ochtend krijgen we instructies en gaan we nog even snel naar een van de immens grote supermarkten die ze in China hebben, om melk en luiers te kopen. We lopen er met een trots gevoel rond alsof we al ouders zijn.
Einde middag rijdt het busje voor dat ons naar het registratiekantoor zal brengen waar de kinderen aan ons overgedragen zullen worden. Daar is het een drukte van jewelste. Al snel druppelen er wat Chinese verzorgsters binnen met een kind op een arm. Er moeten ook veel kindjes huilen als ze overgedragen worden. Ik vind het al snel een nare plek om te zijn door het verdriet wat er ook is en hoop dat we hier weer snel weg kunnen.
Gelukkig krijgen de andere stellen al snel hun kind en kijken we hoopvol naar de deur om te zien waar die van ons blijft. Een uur verstrijkt en de vader van Yens zegt dat het niet goedkomt. Dat er geen kind is. Sterker nog hij had er de hele dag al geen goed gevoel over en waar dat gevoel vandaan komt, weet hij ook niet. Ik heb het geprobeerd te sussen, omdat ik er vaak positiever in sta. Maar nu moet ik hem wel nageven dat hij gelijk heeft als hij zegt dat de Chinezen zich merkwaardig gedragen en dus vragen we het na.
Het komt goed zeggen ze. Maar nadat er wederom een half uur verstreken is, zakt de moed ons in de schoenen. Waar is Yens? En waarom zeggen ze niet gewoon de waarheid en draaien ze erom heen. Dat laatste blijkt typisch Chinees te zijn. Beleefd blijven en niet zeggen zoals het is. Bloedirritant en zenuwslopend, omdat we willen weten waar we aan toe zijn.
We lopen nogmaals naar onze gids Sophie (ze geven zichzelf allemaal een Engels naam) en ze weet dat ze het moet zeggen. Zeggen dat Yens er niet is. Dat ze moeten uitzoeken waar hij dan wel is.
Onverrichte zaken gaan we met de andere stellen terug naar het hotel. Zij met hun kersverse kinderen en wij met lege handen. In de loop van de avond zullen we hopelijk te horen krijgen waar het mis is gegaan. Misschien is er geeneens een kind en zijn we in de maling genomen. Ik weet het even niet meer en we twijfelen aan alles. Ik huil en de vader van Yens slaat een arm om mij heen. Het leven is niet fair.’
Wil je weten hoe dit verhaal verder gaat, lees dan volgende week zondag het vervolg.
Meer lezen van Brenda?
- Brenda: ‘Hij zei het plompverloren “Mam, ik moet je wat vertellen. Ik val op jongens.”’
- Columniste Brenda: ‘Hij zei: ik wil niet dood, maar ik weet ook niet meer hoe ik moet leven.’ (Deel 1)
- Brenda’s zoon had een akkefietje met een klasgenoot: ‘Zo bang dat de klas zich tegen hem zou keren’