Buitenspelen: op deze leeftijd kan het zonder ouders + leuke activiteiten per leeftijd
Buitenspelen is gezond voor kinderen en daarnaast is het ook goed voor hun sociale ontwikkeling. Maar vanaf wanneer kan een kind eigenlijk zonder ouders buitenspelen? En wat zijn leuke activiteiten voor welke leeftijd?
We vertellen je er alles over in dit artikel.
Wanneer alleen buitenspelen?
De eerste paar jaar ga je vaak samen met je kind naar buiten, naar de speeltuin of gewoon een rondje wandelen. Maar wanneer is het verantwoord om je kind alleen naar buiten te laten gaan, zonder (constant) toezicht van de ouders? Dit hangt van een aantal factoren af: de leeftijd van je kind, de zelfstandigheid van je kind en jullie woonomgeving.
“Laat kinderen van 0 tot 4 jaar niet alleen buitenspelen”, zegt jeugdverpleegkundige Helma tegen CJG Rijnmond. “Vanaf 4 tot 6 jaar kun je dit langzaam opbouwen als je merkt dat je kind goed op zichzelf kan passen. Vanaf 6 jaar lukt het de meeste kinderen om zelf buiten te spelen en kun je ze zelfs alleen op pad sturen, bijvoorbeeld naar een vriendje.”
Alleen buitenspelen oefenen met je kind
Het is dan ook verstandig om het alleen buitenspelen samen op te bouwen. Wanneer je merkt dat je kind steeds zelfstandiger wordt, kun je gaan oefenen. “Loop de eerste keren mee en geef tips, maar probeer je kind zo veel mogelijk zelf te laten doen”, vertelt Helma. Je zult zien dat het vertrouwen gaat groeien, zowel bij je kind als bij jou als ouder.
Maar nog even een paar stappen terug: jullie woonomgeving speelt dus ook mee. Het verschilt bijvoorbeeld of jullie in de stad of in een dorp, dichtbij een speeltuintje of langs een drukke autoweg wonen. Dit heeft dus vooral met veiligheid te maken. Naast de leeftijd en zelfstandigheid van je kind, moet je dit ook meenemen in jullie keuzes.
Waarom is buitenspelen zo belangrijk?
Daarnaast is buitenspelen wel degelijk belangrijk voor een kind. Maar waarom eigenlijk? Wij geven vijf redenen:
1. Fysieke gezondheid
Het is logisch, maar wel een belangrijke: door het buitenspelen worden kinderen actief en dat bevordert hun fysieke gezondheid. Buitenspelen stimuleert de ontwikkeling van botten en spieren en regelmatig bewegen helpt ook bij het voorkomen van bepaalde gezondheidsproblemen, zoals obesitas.
2. Motorische vaardigheden
Door buiten te spelen, krijgen kinderen de kans om verschillende motorische vaardigheden te ontwikkelen, zoals rennen, klimmen, springen en gooien. Deze vaardigheden zijn van belang voor de coördinatie en het evenwicht van het kind.
3. Creativiteit en verbeelding
De buitenwereld biedt een mooie omgeving voor kinderen om hun creativiteit en verbeelding te stimuleren. Buiten kunnen ze fantasiewerelden creëren en ontdekken en experimenteren met hun omgeving, wat weer bijdraagt aan hun cognitieve ontwikkeling.
4. Stressvermindering
Buitenspelen in de natuur staat in verband met stressvermindering. De buitenlucht en groene omgeving helpen kinderen ontspannen. Tijd doorbrengen in de natuur kan de mentale gezondheid bevorderen en stress verminderen.
5. Sociale en emotionele ontwikkeling
Door buiten te spelen krijgen kinderen sociaal contact met andere kinderen. Ze leren samenwerken, communiceren en problemen oplossen. Buitenspelen helpt ook bij de vorming van vriendschappen en het begrip van sociale normen.
Buitenspelen per leeftijd
Maar wat is dan leuk voor welke leeftijd? Wanneer is de speeltuin nog helemaal hip en wanneer gaan kinderen vooral eigen spelletjes spelen met vrienden? We zetten het hieronder per leeftijdsfase op een rij.
1. Peuter
Waar je met een baby alleen nog kan wandelen, is een peuter al veel bewegelijker en actiever. Ze willen dan ook vooral graag in actie komen. Denk aan klimmen en klauteren in de speeltuin, spelen met zand en water in het bos of, als je al een iets oudere peuter hebt, racen op hun loopfietsje of ander leuk wagentje. Ook kun je in de tuin samen met je peuter buitenspelen, denk aan stoepkrijten, bellenblazen of met buitenspeelgoed spelen.
2. Kleuter
Dit is dus de leeftijd waarop je je kind langzaam kan laten proberen om alleen buiten te spelen. Kleuters vinden de speeltuin ook nog steeds erg leuk, daar kun je nog steeds (samen) heengaan. Ook activiteiten als stoepkrijten en bellenblazen vinden ze nog steeds leuk. Daarnaast houden kleuters ook van wat actie, denk aan trampoline springen, rennen door de bossen en vliegeren op het strand.
3. Schoolkind
Schoolkinderen spelen liever niet meer met hun ouders, maar met vriendjes of vriendinnetjes. Hoewel de speeltuin nog best leuk kan zijn, kiezen veel schoolkinderen er ook voor om samen te voetballen, skelteren of verstoppertje te spelen. Vrienden zoeken elkaar steeds meer op en bedenken vaak ter plekke een spel om te doen. Dat kunnen ook zelfverzonnen spelletjes zijn.
4. Tieners en pubers
Eigenlijk kun je niet echt zeggen dat tieners en pubers samen buitenspelen, het is meer samen buiten hangen en chillen. Ze zijn vaak minder actief, maar gaan gewoon kletsen of een spelletje doen die ze daar ter plekke kunnen doen, zoals kaarten. Vaak doen ze een muziekje erbij aan en kunnen ze zo een hele tijd gezellig met elkaar samenzijn.
Hoe krijg ik mijn kind weer aan het buitenspelen? Gezinscoach geeft advies