Moeder Marianne: ‘Soms kom ik met blauwe plekken naar mijn werk. Van mijn agressieve zoon’
“Als ik terugdenk aan toen hij nog een klein jongetje was, realiseer ik me: mijn oudste zoon had altijd al woede in zich. Het duurde lang voordat hij goed kon praten, dus als peuter kon hij zich nooit goed uitdrukken. Dat zorgde ervoor dat hij met dingen smeet of hard en boos begon te huilen. Inmiddels veroorzaakt hij blauwe plekken.
Hij slaat me soms bont en blauw
Op de kleuterschool vroeg de juf na school soms of ik nog even wilde komen praten. Dan was er een incident in de klas geweest: dan bleek hij een ander kind aan de haren getrokken of geslagen te hebben.
Duidelijke wil
Wat voelde ik me een slechte moeder op dat soort momenten. Kon ik mijn kind niet beter opvoeden dan dit? Maar ik dacht ook: ach, het is een jongetje met een duidelijke wil. Als het niet kan gaan zoals hij wil, dan frustreert hem dat. Vervelend, maar niets aan te doen, dacht ik toen.
Thuis had ik ondertussen veel te stellen met die sterke wil van hem. Ik wil graag een consequente opvoeder zijn, met duidelijke regels. Maar heel vaak leverde dit gedoe op. Dan schreeuwde hij ‘stomme mama‘ en andere dingen tegen mij en bleef hij de hele middag boos op zijn kamer zitten. Of hij schopte gefrustreerd deuken in de tafelpoot.
Gewend
Gek genoeg raak je gewend aan dat soort gedrag. Maar steeds vaker voelde ik me er ook onbehaaglijk bij. Omdat zijn gedrag altijd nét een slagje agressiever was dan ik het bij andere kinderen zag.
Inmiddels is hij 15 en zit hij midden in de puberteit. Die periode verloopt natuurlijk in geen enkel huishouden zonder slag of stoot, maar bij ons thuis is het niet meer uit te houden.
Moeilijk doen
Een paar jaar geleden ontstond er spanning tussen mijn man en mij. Die bouwde zich steeds verder op, we kregen steeds vaker woorden. Op een gegeven moment hadden we conflicten over alles, echt heel vermoeiend. Inmiddels zijn we zover dat we gaan scheiden.
Afgrijselijke jaren waren het. Ik heb altijd geprobeerd om niet in het bijzijn van de kinderen ruzie te maken en de spanningen zoveel mogelijk bij hen weg te houden, maar dat is me niet gelukt. Soms vroeg een van de kinderen: ‘Wat is er aan de hand?’ Dan zei hij gerust: ‘O, mama zit weer eens moeilijk te doen.’ Hij viel me voortdurend af, zei lelijke woorden over me – ‘dom wijf’, ‘bitch’ – waar de kinderen bij waren.
Op mijn schouders
Ik kan het natuurlijk nooit bewijzen, maar ik weet zeker dat de spanningen ervoor hebben gezorgd dat onze zoon zichzelf niet meer in de hand heeft. Hij is nu regelmatig ronduit agressief tegen mij.
Mijn bijna-ex is het huis al uit, en de opvoeding komt voor een groot deel op mijn schouders terecht. Ik heb duidelijke regels in huis: over bedtijd, schermtijd, de omgang met elkaar bijvoorbeeld.
Ruzie
Elke regel – en elke losse afspraak die ik maak met mijn zoon – levert ruzie op. Uiteraard is mijn puber het nooit eens met mij, en dat hoeft ook niet, maar de ruzies lopen soms erg uit de hand.
Vorige week heeft hij de deur van de slaapkamer van zijn jongere broertje ingetrapt omdat ik hem erop wees dat hij nu toch echt zijn huiswerk moest gaan maken. Die week daarvoor trapte hij me keihard op me in toen ik in de keuken aan het aanrecht stond en zei dat hij van mij geen geld meer zou krijgen voor nieuwe kleren omdat hij al genoeg in zijn kast heeft liggen. Ik had bloedende plekken op mijn onderbenen en door de felheid van zijn trappen viel ik opzij, bijna met mijn hoofd tegen de rand van het aanrecht.
Blauwe plekken
Een tijdje geleden kwam ik met blauwe plekken op mijn werk. Hij had me die avond daarvoor letterlijk tegen de grond gemept. Het was een warme dag, maar ik had een shirt met lange mouwen aangedaan om de plekken te verbergen. Alleen zat er ook een plek op mijn gezicht, met make up kon ik die helaas niet goed wegwerken.
Collega’s vroegen wel: ‘Wat is er met jóu gebeurd?’ ‘O, tegen een kastdeurtje opgelopen’, zei ik dan. En ik voelde de schaamte door mijn hele lichaam trekken. Wat een leugen, en wat een drama dat mijn kind dit doet bij mij.
Luisteren
Ik ben niet sterk genoeg om me tegen hem te verweren. Bovendien, ik wíl ook helemaal geen geweld moeten gebruiken tegen hem, want dat zou voor hem alleen maar bevestigen dat je conflicten met geweld kunt oplossen. Ik wil hem juist leren wat belangrijker is: naar elkaar luisteren, erover praten, onderhandelen.
Maar ik wil mezelf natuurlijk ook beschermen. Soms, als ik een conflict aan voel komen, app ik daarom snel naar vrienden of naar de buren. Of er even iemand langs kan komen. Een ander gezicht in de kamer zorgt er dan voor dat de sfeer weer wat afkoelt en dat we het conflict alsnog kunnen oplossen. Maar ja, dat kan niet altijd.
Meer rust
Dit kan natuurlijk niet doorgaan zo. Het is niet goed voor hem, want ik zie dat het ook knaagt aan hem. Hij heeft altijd spijt, maar realiseert zich dat hij te weinig controle over zichzelf heeft. Het is niet goed voor de andere kinderen dat ze dit zien gebeuren. En het is niet goed voor de band tussen hem en mij.
Kinderen die hun ouders slaan: zo kun je er het best op reageren