Besteding van zakgeld
Veel kinderen hebben inderdaad behoorlijk wat aan (zak)geld op jonge leeftijd. Je ziet vaak dat ze nauwelijks weten wat ze ermee moeten en kunnen doen. Als een kind in de speelgoedwinkel ‘alles’ kan kopen, is het voor veel kinderen ineens bijna niet meer te doen om iets te kiezen. Naast het verzamelde geld krijgen kinderen ook nog regelmatig cadeautjes waardoor ze hun spaargeld lang niet altijd nodig hebben om regelmatig iets nieuws te kopen; het komt er immers toch wel.
Ik vind het heel goed als ouders al vroeg nadenken over de financiële opvoeding van hun kind. Hoe leer je ze omgaan met geld? Wat is het verschil tussen iets nodig hebben en iets kopen wat je leuk vindt? Hoe spaar je? Wat kun je met gespaard geld? Wat is de waarde van geld? Zakgeld is bedoeld om dit allemaal te leren. Als ouder moet je je kind daarbij begeleiden, en soms beschermen en helpen.
Tips voor het geven van zakgeld
- Beslis wat je aan zakgeld geeft per week en geef dit vaste bedrag op een vast tijdstip in de week.
- Kijk eens op de zakgeld-calculator voor een indicatie van hoeveel je kunt geven.
- Bedenk wat de kinderen van het zakgeld moeten doen. Is het alleen om zelf dingetjes van te kopen of moeten ze er ook cadeautjes van kopen of een abonnement op een tijdschrift van betalen? De hoogte van het zakgeld moet hier natuurlijk mee samenhangen
- Ik zou een vast bedrag geven aan zakgeld, waarmee kinderen mogen doen wat ze zelf willen. Daar leren ze van. Op is op! Over het overige gekregen geld kun je afspraken maken. Dat wordt of gespaard of ze kunnen met jullie bespreken wat ze ermee willen doen en dan overleggen jullie of dat kan en mag. Zoals jullie dat nu afgesproken hebben lijkt me op deze leeftijd prima.
- Kinderen moeten leren omgaan met geld door hun zakgeld. Ze mogen dus ook fouten maken. Zo komen ze er zelf achter hoe het werkt met geld.
- Spring niet te snel in met geld bijleggen. Natuurlijk kun je – als een kind echt een tijd heeft gespaard – een manier bedenken waarop je het kind steunt om iets te kunnen kopen. Maar een kind leert juist als het merkt dat sparen tijd kost en er verschil is tussen kleine (goedkope) en grote (duurdere) dingen kopen.