Redactie Mentale gezondheid 19 jun 2018, 14:29

Leestijd: 4 minuten

Alsmaar grappig doen

Heerlijk een kind dat van grapjes maken houdt. Het is alleen knap vervelend als hij daardoor niet meer luistert of meewerkt op momenten dat het echt even moet. Voor je het weet kom je met je zoon in een negatieve spiraal terecht waarmee hij met zijn grapjes juist alle aandacht trekt. Dat kan maken dat het verergert in plaats van vermindert. 

Hoe zorg je ervoor dat hij zijn grapjes en humor behoudt en dat het voor de omgeving ook leuk blijft? Hier volgen een paar tips. Kijk wat voor jouw zoon en voor jullie het beste werkt. 

• Grapjes maken is alleen leuk als er mensen op reageren. Liefst met lachen, maar wel een reactie is voor een kind altijd leuker dan geen. Let dus heel goed op je reactie. Spreek in huis af dat in ieder geval alle volwassenen alleen lachen op momenten dat het grapjes maken oké is. Hou je gezicht echt in de plooi op momenten dat je gezegd hebt dat het klaar moet zijn. Als hij op die momenten namelijk toch regelmatig – of zelfs maar heel af en toe – succes behaalt, dan kan dat er al voor zorgen dat hij er lekker mee doorgaat. 
• Hou je reacties in negatieve en corrigerende zin klein maar duidelijk. Als je steeds achter hem aan gaat, groots reageert, of als hij het gevoel krijgt dat er iets (lol) te behalen is, zal hij langer doorgaan. Pas als hij weet dat jullie het op dat moment echt niet meer leuk vinden en er geen reactie meer komt, dan zal het stoppen.
• Daarvoor is het nodig dat je heel duidelijk aan hem laat weten op welke momenten je echt wil dat hij stopt met grappig doen en wat daaronder valt. Wat wil je op die momenten van hem? Door te verwoorden wat je wél wil, blijf je uit de ‘niet’ en ‘nee’. Die twee woorden lokken juist iets uit!
• Geef hem de ruimte voor zijn grapjes. Je kunt bijvoorbeeld vlak voor het aankleden of aan tafel gaan beter afgebakend een paar minuutjes (samen) gek doen inplannen dan de hele tijd bezig zijn met het te stoppen. Even de ‘gekke 5 minuten en als die voorbij zijn, gaan we aankleden’. Of: ‘Nog 2 grapjes en dan gaan we beginnen.’ Als grappig doen gewoon even mag – of als er helemaal niet meer op gereageerd wordt – dan is het lang zo leuk niet. 
• Een keuze geven werkt voor veel kinderen ook goed. ‘Ik wil je helpen met aankleden als je goed meewerkt. Als je steeds grappig blijft doen, ga ik de kamer uit en doe je het alleen. Jij mag kiezen.’ Of: ‘Wil je nú even grapjes samen maken en dan aankleden? Of eerst snel aankleden en daarna grapjes maken?’
• Nadat je de grens hebt aangegeven, zou ik daar waar het mogelijk is het gek doen echt negeren en pas weer komen als hij stopt. ‘Lieverd, ik wil dat je nu even stopt met grapjes maken en je aankleedt.’ Kondig wel aan dat je nu even geen aandacht aan hem besteedt of wegloopt tot hij stopt met grappig doen. Zo keur je nooit je kind af, maar alleen een stukje van zijn gedrag. Belangrijk voor zijn zelfbeeld.
• Vaak werkt het bij kinderen van boven de 4 jaar heel goed als je op een rustig en goed moment even met ze bespreekt hoe jullie het vanaf nu gaan doen. Vertel hem dat je dol bent op zijn grapjes en liefst de hele dag mee zou grappen; het punt is dat dat niet lukt en dat er soms ook gewoon even iets moet. Zeg dat je wil dat dat vanaf nu gaat lukken. Vraag hem mee te denken over afspraken voor de standaard routines waarbij je er nu ‘last’ van hebt. Hoe zie jij die graag verlopen? Wat kunnen jullie bedenken om te zorgen dat je niet steeds hoeft te corrigeren? Hoe zou hij het willen? Vooraf 5 minuten grappen, na afloop, af en toe tussen door een grapje maken… Kinderen kunnen vaak creatief meedenken. Leg hem ook uit waarom je wil dat het soms ophoudt!

Succes ermee!