ADHD, autisme en alcohol
Ook pubers met een gedragsstoornis, zoals AD(H)D of een vorm van autisme, drinken soms op jonge leeftijd (stiekem) hun eerste alcoholische drankje. Brengt drankgebruik voor deze tieners grotere risico’s met zich mee en moet je je als ouder extra zorgen maken?
Kenmerken AD(H)D
Kinderen en volwassenen met ADHD kunnen zich vaak moeilijk concentreren en zijn snel afgeleid. Andere symptomen zijn het ondoordacht nemen van beslissingen, het te snel overgaan tot actie (impulsiviteit) en lichamelijke overactiviteit en een altijd onrustig gevoel (hyperactiviteit). ADHD zonder hyperactiviteit wordt ADD genoemd.
AD(H)D en drank
Alcoholgebruik bij kinderen kan een verstorende werking hebben op het cognitief functioneren (leren, motoriek en coördinatie). Met name de delen van de hersenen die verantwoordelijk zijn voor het geheugen en het plannen van taken kunnen minder goed gaan functioneren. Voor kinderen die toch al aandachts- en concentratieproblemen hebben, is dit effect nog groter. Gebruikt je kind medicijnen tegen klachten van AD(H)D, zoals Ritalin of Concerta, dan is het helemaal oppassen geblazen. Alcohol kan de bijwerkingen van deze medicijnen op het centraal zenuwstelsel (met name rusteloosheid, spreekdrang, angst en ontstemmingstoestanden en bij zeer hoge doses wanen en hallucinaties) verergeren. Bovendien kan alcohol nieuwe bijwerkingen van Ritalin oproepen. Gebruik van alcohol wordt tijdens de behandeling met Ritalin dan ook afgeraden. Bovendien zijn mensen, en dus ook kinderen, met AD(H)D vermoedelijk gevoeliger voor verslavingen. Dit geldt niet alleen voor alcohol, maar ook voor roken en drugs.
Kenmerken autisme
Er zijn verschillende vormen van autisme, zoals klassiek autisme, Asperger en PDD-NOS. Bij mensen en kinderen met autisme werkt de informatieverwerking in de hersenen op een andere manier. Hierdoor hebben zij vaak moeite met het houden van overzicht en met het onderhouden en aangaan van sociale contacten. Ook hebben personen met autisme vaak een zeer beperkt aantal interesses of kunnen een beperkt aantal activiteiten aan. De mate waarin een kind of volwassene ‘last’ heeft van autisme verschilt heel erg. Aan sommigen merk je bijna niets, terwijl anderen duidelijk ander gedrag vertonen dan de meeste mensen.
Autisme en alcohol
Het gebruik van middelen zoals alcohol heeft op pubers met autisme een groter effect dan op tieners zonder deze gedragsstoornis. In het geval van alcohol kan het effect van drinken voor een tiener met autisme in eerste instantie positief lijken. Drank werkt verdovend, dus door te drinken komen er op een kind met autisme veel minder prikkels af dan normaal. Hierdoor kan het gebeuren dat een puber met autisme regelmatig gaat drinken. Hij voelt zich dan tenslotte minder onzeker in de communicatie en omgang met anderen dan wanneer hij nuchter is. Helaas ligt voor deze kinderen verslaving ook op de loer. Een ander risico van alcoholgebruik voor jongeren met autisme is dat ze nog minder dan normaal hun impulsen kunnen beheersen. Hierdoor kan een kind nog sneller geïrriteerd raken, last krijgen van opvliegendheid of nog moeilijker weerstand bieden aan de plotselinge dwang om iets te doen.
Tips voor ouders
- Leg je kind uit wat de risico’s zijn van alcoholgebruik op jonge leeftijd in het algemeen.
- Benoem de extra nadelen die kleven aan het drinken van alcohol vanwege de gedragsstoornis.
- Gebruikt je kind medicijnen, leg dan uit wat de invloed van alcohol is op de werking hiervan.
- Bespreek het vergrote gevaar op verslaving en hoe lastig het is om van een verslaving af te komen.
- Zorg dat je in gesprek blijft. Luister goed naar je kind zonder te oordelen of emotioneel te worden. Ook als het je niet aanstaat wat je hoort.
- Geef duidelijk aan wat de grenzen zijn wat jou betreft en maak heldere afspraken.
- Heeft je kind autisme: wees duidelijk en concreet in wat je zegt. Vermijd dubbele betekenissen en figuurlijk taalgebruik.
Kijk voor meer informatie over jongeren en alcohol op www.uwkindenalcohol.nl