Uitspraken van vaders die schade kunnen veroorzaken bij je kind
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F03%2FScherm%C2%ADafbeelding-2025-03-07-om-11.52.34.png)
Als ouders weten we maar al te goed hoe moeilijk het kan zijn om kalm te blijven tijdens die intense momenten met de kinderen. Soms zeggen we dingen in the heat of the moment die onbewust emotionele schade kunnen veroorzaken. Ook vaders zeggen dingen die niet kwaad bedoeld zijn, maar die eigenlijk gaslighting zijn.
Het zijn uitspraken die ze vaak zelf als kind te horen kregen, vaak van hun eigen ouders. Ondanks dat het niet altijd met de beste bedoelingen gebeurt, kunnen deze woorden toch een grote impact hebben.
Uitspraken die eigenlijk gaslichting zijn
Gaslighting is eigenlijk wanneer iemand je aan het twijfelen maakt over je eigen gevoelens, gedachten of herinneringen. Het is een manier van manipuleren waarbij je wordt laten geloven dat je emoties niet kloppen of dat je dingen verkeerd hebt gezien, terwijl dat helemaal niet het geval is. Dit kan ervoor zorgen dat je je onzeker gaat voelen over jezelf. Bij ouders kan dit onbedoeld gebeuren, maar het heeft wel een grote invloed op het zelfvertrouwen en de emoties van kinderen.
âKom op, stel je niet zo aanâ
Hoewel het niet altijd makkelijk is om geduldig te blijven als je kind zich druk maakt, is het belangrijk om te beseffen dat ze echt niet zomaar aanstellen. Vaak hebben ze echte pijn of frustratie, maar kunnen ze dat nog niet goed uiten. Het helpen door te zeggen âstel je niet zo aanâ maakt de situatie meestal alleen maar erger. In plaats van hun gevoelens te gaslighten, wil je hun emoties erkennen: âIk zie dat je verdrietig bent. Het is helemaal okĂ© om dat te voelen.â Zo voelt je kind zich gezien en gehoord.
âJe kunt niet vol zijn, er ligt nog eten op je bordâ
Je kent het misschien wel, de regel om je bord leeg te eten. Maar het is belangrijk om te begrijpen dat kinderen zelf prima weten wanneer ze vol zijn. Ze dwingen om alles op te eten kan hun gevoel voor honger verstoren en zelfs ongezonde eetgewoontes veroorzaken. In plaats van ze te pushen, kun je ze helpen om naar hun lichaam te luisteren. Zeg bijvoorbeeld: âAls je vol bent, kunnen we de rest voor later bewaren.â Zo leren ze te luisteren naar hun eigen lichaam.
âEr is niks om bang voor te zijnâ
Iedereen heeft zijn eigen angsten, of het nu gaat om honden, hoogtes of het donker. Als een kind bang is, helpt het niet om te zeggen: âEr is niks om bang voor te zijn.â Dat is pure gaslighting; pure manipulatie. Daarmee ontken je hun gevoelens en verdwijnt de angst niet. In plaats van hun angst weg te wuiven, kun je zeggen: âIk begrijp dat je bang bent. Ik ben hier om je te helpen.â Zo geef je je kind het vertrouwen om over hun gevoelens te praten.
âJe moet dankbaar zijn. Andere kinderen hebben het ergerâ
Het kan makkelijk zijn om je kind te vertellen dat ze dankbaar moeten zijn, vooral als ze klagen over iets kleins. Maar zelfs als het ergens anders slechter is, betekent dat niet dat je kind niet mag voelen wat ze voelen.
âAch, dat deed geen pijnâ
Als je kind zich pijn heeft gedaan en je zegt âdat deed geen pijn,â dan doe je hun gevoelens eigenlijk af als onbelangrijk. Dit kan ervoor zorgen dat ze minder snel hun pijn of emoties met je delen. In plaats van dat te zeggen, kun je beter troost bieden door te zeggen: âOei, dat ziet er pijnlijk uit! Wil je een knuffel?â Zo geef je je kind het gevoel dat ze veilig zijn en dat hun gevoelens er mogen zijn.
Heb je ooit het gevoel gehad dat je als kind gemanipuleerd werd? Lees hier hoe je kunt voorkomen dat de geschiedenis zich herhaalt.